‘Moeder Courage leert niets.’
Motief voor ‘Moeder Courage en haar kinderen’ van Bertolt Brecht.
De mensen leren niets. De Watergate-affaire: iedereen heeft er de mond vol van. Iedereen leest, kijkt en luistert naar alles wat uit die riool komt, maar alles gaat rustig verder. Oorlog en geweld, het zijn realiteiten van opstijgende vliegtuigen, bommen, verwoesting, ellende... alles gaat door! Bertolt Brecht is er steeds mee bezig geweest en als hij nog leefde, zouden Watergate, Vietnam, Cambodja, het Midden-Oosten, enz. voor hem aanleidingen zijn geweest om er toneel van te maken omdat voor hem een toneelstuk een leermiddel was. In 1949 schreef hij: ‘Een toneelstuk is daarom leerzamer dan de werkelijkheid, omdat in een stuk de oorlogssituatie meer als een eksperimentele situatie wordt gehanteerd, gekreëerd om inzicht te verschaffen, m.a.w. de toeschouwer wordt tot studerende. Wil nu de toeschouwer van het stuk iets leren, dan moet het toneel een manier van spelen zien te ontwikkelen die niet gericht is op de identifikatie van de toeschouwer met de hoofdfiguur(heldin)!’ Dit n.a.v. Moeder Courage en haar kinderen.
Ik heb moeder Courage al eens vergeleken met moeder Knier, in allebei de figuren ontmoeten we aan-het-bestel-meewerkende personen, en als zodanig ontmoeten we misschien wel onszelf. Iedereen nl. doet mee aan wat moet gebeuren omdat er geld in de la, brood op de plank moet zijn en huis-, tuin- en keuken-, kinderen- en ander belang gediend moeten worden. Als Knier of Courage schuldig zijn, dan ook wij. Wat drijft ons? Wie drijft Knier er toe alles op te offeren aan de zee en de visserij, wie drijft Courage achter de troepen aan? Zij blijft de harde vrouw die haar kar met negotie voortzeult als in een cirkus.
In de opvoering van ‘Moeder Courage’ door de toneelgroep Theater onder regie van Theo Kling was de open ruimte, afgebakend als een soort cirkuspiste, een goed gekozen toneelbeeld. Daarin bevond zich de ronddraaiende kar van moeder Courage achter de rondtrekkende legers tijdens de 30-jarige oorlog in Polen, Beieren, Zweden. Een groenachtige landkaart gaf met aanflitsende lichtjes op de achtergrond de plaats van handeling aan, terwijl een doorlopende lichttekst de scène-situatie aangaf. Wat Bertolt Brecht met dit historisch gesitueerde episode-drama wilde duidelijk maken, geeft hij zelf aan als hij schrijft: ‘Dat het niet de kleine mensen zijn die tijdens oorlogen de grote zaken doen. Dat de oorlog, die een voortzetting is van het zaken-doen met andere middelen, de menselijke deugden doodt, ook de bezitters ervan. Dat de kleine man de nederlagen betaalt en de overwinningen. Dat voor de bestrijding van de oorlog geen offer groot genoeg is.’ Dit alles werd duidelijk via de voorstelling en de teksten in het begeleidend programmaboekje, waaraan ik deze uitspraak en de titel van dit onderdeel van de kroniek heb ontleend.
Wat nu te zeggen van de opvoering zelf. Op de eerste plaats zet Theater haar jaarlijkse Brechttraditie met dit stuk voort. Het blijft natuurlijk voor een gezelschap altijd moeilijk het stuk dat zoveel rollen vraagt goed te bezetten, zwakke plekken zijn dan ook onvermijdelijk, ik heb bijv. wel eens een betere veldprediker gezien (vertolkt door Han Bentz van den Berg), maar de figuur van moeder Courage van Henni Orri vond ik voortreffelijk en ook de kok van Bernard Droog was biezonder plastisch. Met deze voorstelling heeft de groep Theater naast haar Lutherproduktie (zie vorige aflevering) een lofwaardige toneelprestatie geleverd.
Piet Simons