menwerking binnen de Ekonomische Unie uitbreiden tot terreinen als kultuur, leefmilieu, onderwijs, volksgezondheid en andere technische luiken. Over integratie van het algemene buitenlands beleid wordt niet gesproken.
Ofschoon dat alles de vurige Beneluxfans erg grieft, mag niet worden nagelaten de oorzaken van dit fenomeen op te sporen. En bij nader toezien blijkt zelfs dat er enig begrip kan worden opgebracht voor de aan gang zijnde aksentverschuiving.
Benelux wordt geleidelijk een kwestie van Westeuropese binnenlandse aard, of - zo U wilt - van regionale stoffering binnen het Westeuropese huis. Benelux verandert geleidelijk van buitenlands probleem naar binnenlandse aangelegenheid. Daardoor is het te verklaren dat op Beneluxgebied de aandacht beperkt blijft tot technische aangelegenheden (waartoe ook de kultuur in onze optiek mag worden gerekend). Zonder daardoor oneerbiedig te worden zou men kunnen stellen dat Benelux op weg is een intendance-aangelegenheid te worden.
Het is dus niet juist te beweren, dat de Benelux-integratie eenvoudigweg in de koelkast werd geplaatst. Om de gaullistische terminologie er bij te halen, zou men kunnen zeggen, dat de verdieping blijft verder gaan, terwijl er een punt werd gezet achter de uitbreiding. Uitbreiding betekent hier niet het toelaten van andere leden maar wel het inschakelen van andere tot nog toe onbestreken terreinen van het verkeer tussen de staten.
Op het gebied van de integratie van het buitenlands beleid is de interesse van regeringen en politieke partijen duidelijk verlegd van het Beneluxvlak naar dat van West-Europa. Dat heeft te maken met het feit dat ons kontinent momenteel in een omvattend transformatieproces is terechtgekomen waarbij de bewindslieden zich - omwille van de vrede en veiligheid - willen inzetten voor de Oost-West-verhouding. Daarom acht men het onvermijdelijk dat Benelux zich gaat aligneren op de Westeuropese politiek.
De voornaamste krachtlijnen van dat transformatieproces zijn:
- De toetreding van de kleinere kandidaten lerland en Denemarken tot de EEG. Zij gaan het aantal EEG-partners verdubbelen. Een al te gesloten Beneluxblok zou samenwerking met deze twee kandidaten bemoeilijken wanneer het er op aankomt één lijn te trekken om de drie EEG-reuzen Bonn, Parijs en Londen te pareren.
- Het verslappen van de interesse voor de Atlantische konceptie bij de publieke opinie heeft de Westeuropese bewindslieden doen inzien dat zij met nog meer élan dan voorheen de Westeuropese kaart moeten uitspelen.
- De herhaaldelijke Sovjetrussische oproepen voor het houden van een konferentie over Europese Kollektieve Veiligheid en Samenwerking vereisen dat West-Europa spoed maakt met het proces van politieke eenmaking. Dat is een plausibele machtspolitieke overweging waarvoor de Benelux uiteraard geen alternatief kan bieden. Benelux - of algemeen gezegd: de volkseigen regio's - is slechts leefbaar binnen de kontekst van een stabiel en onbedreigd West-Europa.
Omdat dus de Benelux-integratie op het terrein van het algemeen buitenlands beleid deel uitmaakt van het grotere geheel van de Westeuropese integratie, is het belangrijk te weten binnen welk soort West-