dat het hele vraagstuk verstikt dreigt te worden onder de te mooie filmbeelden. De eerste van deze twee films bezorgde Fassbinder de persprijs, overirigens een gelukkige korrektie op de bekroning die het publiek toekende.
Nu ja, laat me niet overdrijven, want op een bepaalde manier heeft ook de prijs van het publiek een betekenis, al was het maar om nog eens dutdelijk te maken dat de smaak van het grote publiek nog altijd door het ‘brave’, ondubbelzinnige filmen bepaald wordt. Als je te veel ongewone dingen gaat doen, heb je geen kans bij het Antwerpse publiek. Wel dient meteen opgemerkt te worden, dat het niet per se een gemakkelijk verhaaltje hoeft te zijn, en evenmin werk van een filmer die om de hoek woont. De vijf eerste films in de klassering voor de prijs van het publiek kenmerken zich vooral door hun nationaliteit: drie Japanse prenten, een Russische en een Franse.
De dageraad is stil van Stanislav Rostotzki haalde de tweede plaats omdat het gewoon een onschuldige film is met een verhaaltje waaraan iedereen zich kan vastklampen. Dat echter ook Nathalie Grangier van Marguerite Duras bij de eerste vijf terecht kwam is opvallend, want het is nu eenmaal geen gemakkelijke, zij het evenmin een onaardige film.
Heel typisch is echter wel dat van de vier Japanse films er drie onder de eerste vijf geklasseerd werden. Nummer drie werd wonderlijk genoeg A page of madness, een uit 1926 daterende stomme film van Teinosuke Kinugasa, die als de pionier van de Japanse film beschouwd wordt. Een en vijf werden Straatgeluiden en Sanjuro van Akira Kurosawa, de man die ook twee jaar geleden door het Antwerpse publiek bekroond werd. Straatgeluiden is een schildering van een groep mensen die vlak bij een vuilnisbelt woont in de buurt van Tokio, knap, zij het niet altijd even konsekwent uitgewerkt. Sanjuro, een komische samoeraifilm, was zo ongeveer de enige film van heel deze manifestatie waarmee gelachen kon worden en was daarom alleen al een kanshebber voor het grotere publiek.
Kurosawa was een van de vele kineasten e.a., die Antwerpen tijdens deze week bezochten. Voor mensen die zich hebben kunnen heenzetten over de verafgoding voor deze man, is dat bezoek echter een teleurstelling geworden. Deze uiterst zwijgzame man lijkt mij iemand die gewoon goede films kan maken, zonder daarbij al te veel diepgang te zoeken. Toevallig wekken zijn films in het Westen heel wat belangstelling, vooral door hun eksotische sfeer en dat is voor de Westerlingen een signaal geweest om er erg veel in te gaan zoeken. Het onthaal van Straatgeluiden, een van zijn weinige in deze tijd spelende films, is in dat verband tekenend geweest. Vragen over de betekenis van dit of dat detail waren niet van de lucht, maar de kineast moest dikwijls het antwoord schuldig blijven. Of het hierbij een oplossing is deze stilte te verklaren met de opmerking dat het voor een kunstenaar een belediging is als men laat blijken zijn werk niet te hebben begrepen lijkt me al evenzeer een Hineininterpretierung als het zoeken naar al die symbolen.
Uit de lange lijst van andere gasten wil ik slechts twee figuren even vermelden. Eerst en vooral Jean Marie Straub, wiens film Geschiedenisles nauwelijks enige aandacht waard is. Deze man waant zich werkelijk een kunstenaar en geeft daarvan met de nodige arrogantie blijk. En verder Sarah Maldoror; haar Sambizanga heb ik hierboven reeds vermeld. Tegelijk met haar film in de grote zaal, liep in de kleine zaal Up your legs forever van John Lennon's vrouw Yoko Ono, een prent die niks anders toont dan meer dan driehonderd paar benen. Maldoror maakte daarbij de opmerking dat er blijkbaar toch wel iets mis is in deze wereld, wanneer voor het maken van dergelijke onbenulligheid een miljoen frank beschikbaar is, terwijl elders nog mensen van honger omkomen.
En ten slotte een vraag: moet een dergelijke manifestatie afgesloten worden met een zeer slechte film als The life and times of Judge Roy Bean van John Houston? De enige film die de Belgen zelf in het programma brachten is zeker geen bewijs voor hun smaak.
Edmond De Cleen, Brussel