b) Publikaties:
• Als nr. 40 in de V.W.S.-Cahiers (jrg. 7, winter 1972), verscheen een voorstelling van het leven en het werk van de Frans-Vlaamse mystieke schrijfster Maria Petyt, verzorgd door Ward Corsmit, die tien jaar geleden al in Ons Erfdeel schreef over deze autobiografische auteur uit de 17e eeuw (1623-1677). De beknopte bloemlezing uit het werk van Maria Petyt maakt het mogelijk kennis te maken met de literaire en menselijke kwaliteiten van deze Frans-Vlaamse schrijfster.
• Bert Bijnens die vorig jaar een toeristische gids voor Frans-Vlaanderen publiceerde stond daarvan een samenvatting af aan de V.V.V. van Koksijde, die ze uitgaf onder de naam Frans-Vlaanderen. Houtland I-autoroute (prijs: 25 BF + 5 BF voor portkosten, over te schrijven op prk. 896.50 van de V.V.V., Gemeentehuis, Koksijde).
• In de reeks ‘Prestige de la ville’ van de uitgeverij Actica (La Madeleine) verscheen een luksueuze geschiedenis van Rijsel in 1 deel, Lille, dix siècles d'histoire, van Pierre Pierrard. Het boek telt 225 bladzijden, is rijk geïllustreerd en kost 75 FF.
• Van de Mededelingen van de Werkgroep Geschiedenis - Toerisme - Heemkunde van het komitee voor Frans-Vlaanderen, is het derde nummer (gedateerd november 1972) verschenen. Het telt 40 blz. en bevat de tekst van alle verslagen van de sektievergaderingen op de 25e Frans-Vlaamse Kultuurdag te Waregem, een uitgebreider verslag van de sektievergadering van de Werkgroep Geschiedenis - Volkskunde - Heemkunde (zoals de werkgroep nu heet) op dezelfde kultuurdag, een rubriek ‘wetenswaardigheden’ (zo ongeveer in de trant van deze kroniek), fotokopies van persartikels en tenslotte de integrale tekst van de toespraak van de Frans-Vlamingen Nicolas Bourgeois en Jean-Paul Sepieter. Wie de Mededelingen wenst te ontvangen, wordt verzocht 150 BF (75 of 100 voor studenten) over te schrijven op prk. 6151.96 van R. Watthy, Dorp 70, 8178 Woumen.
• Steeds talrijker zijn de studenten die een of ander tema in verband met Frans-Vlaanderen kiezen voor hun proefschrift. Dat van Mej. L. Cuvelier, Frans-Vlaanderen: Toeristisch hinterland, waarmee ze de graad van Bedrijfs- en Onthaalhostess behaalde aan het Vormingsinstituut te Veurne en waarvoor ze zich bij liet staan door Raymond Watthy uit Woumen, kan bij deze laatste verkregen worden tegen de prijs van 100 BF.
• Van Ward Herteleer (Kortrijksestraat 259, 9000 Gent) ontvingen wij, via Cyriel Moeyaert, zijn proefschrift, Taaltoestanden in de grensgemeenten van de Franse Westhoek, voor het bekomen van de graad van licentiaat aan de Faculté de Philosophie et Lettres, sektie Philologie Germanique, aan de U.C.L. (Leuven-Frans). Hij heeft hierin onderzocht in hoeverre de bewering van Blanchard en W. Pée, nl. dat door de voortschrijdende industrialisatie het Nederlands dialekt zou verdwijnen, behalve in enkele grensgemeenten, bewaarheid wordt. Hij heeft zijn onderzoek beperkt tot die grensgemeenten en daarbij een beroep gedaan op officiële dokumenten, voor zover die in deze materie enige informatie kunnen verschaffen, en op zogenaamde ‘bevoorrechte getuigen’. De heer Herteleer heeft dat alles in aanzienlijke mate aangevuld met allerlei gegevens over de toponimie en Vlaamse opschriften.
Na de studie van A. Vanneste in Ons Erfdeel (nrs. 3 en 4, 15e jrg.) komt Herteleer niet tot nieuwe bevindingen. Voor de gemeenten die Vanneste al onderzocht komt hij tot nagenoeg identieke rezultaten (voor een deel gesteund op dezelfde getuigen?) en voor de overige gemeenten liggen de cijfers in de lijn van de verwachtingen na Vannestes studie. Belangrijk is zijn onderzoek naar de talenkennis van plaatselijke verantwoordelijken (in het onderwijs en het gemeentebestuur). De relaties met West-Vlaanderen en de eventuele weerslag op het voortbestaan van het Nederlands dialekt, zijn m.i. onvoldoende uitgewerkt.
• De Frans-Vlaming Bernard Doncker die Nederlands studeerde te Rijsel en te Gent, behaalde in juni 1972 het diploma van UER d'Etudes Germaniques aan de Fakulteit Menswetenschappen, Letteren en Kunsten, van Rijsel III, met de tezis Die Anspruchen Deutschlands auf Französisch-Flandern von 1803 bis 1944. Hierin heeft hij nagegaan hoe Duitsland vanaf het begin van de 19e eeuw niet alleen aanspraken maakte op Elzas-Lotharingen, maar ook op Frans-Vlaanderen. Zijn literatuuronderzoek leidde tot een verzameling van uitspraken en beslissingen die lopen van Ernst Moritz Arndt (Germanien und Europa, 1803) tot Hitler tijdens de Tweede We-