kapelmeester en organist bij de schatrijke Hertog van Chandos die er in zijn paleis te Cannons bij Londen een eigen koor en orkest op na hield. Voor de Anglikaanse erediensten aldaar schreef Haendel een elftal Anthems in een stijl waarin kenmerken zijn terug te vinden van de eerder strenge polyfonie van de Noordduitse school naast de lyrische vlucht van de Italiaanse aria. Zo ook in de op psalm 89 gebaseerde anthem ‘My song shall be alway’ voor vier vokale soli, vierstemmig koor, hobo, strijkers en basso continuo. Hoogtepunten in dit werk vormen zeker de lof- en aanbiddingsaria ‘God is very greatly’ voor tenor en het innige terzet ‘Thou rulest the raging of the sea’ voor sopraan, tenor en bas waarin Haendel sterk gebruik maakt van ekspressieve weergave van de tekstinhoud. Het koor heeft rijke polyfonische mogelijkheden op ‘Righteouness and equity’ en op het slot-alleluia. Vóór deze God-verheerlijkende Anglikaanse kerkmuziek werd een meer ingetogen Latijnse psalm Nisi Dominus (psalm 126) uitgevoerd door alt, tenor, bas, vijfstemmig koor, strijkers en basso continuo. De rol van het koor is hierin beperkt tot een beginchorus waarna de soli in reciet en aria op intieme wijze het geluk van de gelovige uitzingen.
Deze vier solisten hebben alle een gevestigde naam inzake de interpretatie van barokmuziek. Eens te meer viel het prachtige timbre op van de altstem van Lieve Janssens en de soepelheid waarmee Roland Bufkens wijds uitgebouwde aria's voordraagt. Liane Jespers slaagde erin door een rustige en sobere interpretatie de invloed van een zware verkoudheid zo weinig mogeljik te laten merken. Vic Nees die reeds sinds jaren aktief koordirigent was voor hij in december 1969 de leiding van het BRT-koor op zich nam bewees dat hij ook instrumentale ensembles met sober maar doeltreffend gebaar kan plooien naar zijn visie.
Het koor is in het voorbije jaar uitgegroeid tot een uitstekend ensemble: de intensheid waarmee wordt gewerkt, de zorg die wordt besteed aan homogene stemvorming en vooral de aandacht voor de stijlinterpretatie heeft de zangers prachtig op elkaar afgestemd. Het oorspronkelijke aantal stemmen is van 20 op 25 gebracht zodat ook vijfstemmige werken met een vollere partijbezetting kunnen worden uitgevoerd. Het repertorium omvat (meestal minder bekende) werken van Bach, Haendel, Schütz en Monteverdi. Zij hebben tot nu vijf koncerten gebracht: vier te Brugge (een Kerst- en een Passiekoncert, een Schütz- en een Haendelkoncert) en één te Izegem (voor BRT 2 en BRT 3). Gastdirigent Vic Nees was vol lof en heeft hen reeds een nieuwe BRT-opname toegezegd, gewijd aan werk van Karel Hacquart. Dit jaar treden ze ook nog op te Gent, te Brugge (Passiekoncert) en in het Zomerfestival te Knokke.
Het instrumentaal ensemble dat toch al enkele beroepsmusici bevat heeft eveneens zijn beloftevolle start tenvolle bevestigd. Het systeem van variërende bezetting, naargelang de eisen van de uit te voeren partituur, heeft het aantal leden op 15 gebracht, waarbij we vooral ten goede aanduiden de uitbreiding van de enkelvoudige strijkersbezetting (2 violen, altviool, cello) tot drie violen, twee altviolen en cello. Vooral in werken als Haendels concerti grossi of orchestrale tussenspelen bij Bachcantaten wint het strijkerstimbre daardoor aanzienlijk aan helderheid en volheid. Het collegium instrumentale trad benevens als begeleiders van het Vokaal ensemble ook enkele keren zelfstandig op met als hoogtepunten een koncert in het Festival van Vlaanderen te Brugge en een optreden in Nederland.
Het is vanzelfsprekend dat voor deze zangers en musici een dubbele vreugde is weggelegd. Naast de loutere vreugde van het samen musiceren genieten zij immers nog dank zij Spiraal van enkele grote voordelen. Het is altijd aangenaam werken, speciaal in de kunstwereld, als men vrij is van materiële beslommeringen. Vooral voor jonge groepen is het inrichten van koncerten een groot risiko dat altijd financiële lasten met zich meebrengt. Wanneer nu een vereniging als sponsor bijspringt, dan zijn de musici zelf van deze problemen verlost. Bovendien krijgen zij de mogelijkheid vrij dikwijls op te treden, wat voor een groep zeker stimulerend werkt, en kunnen zij het zich permitteren solisten met naam te vragen wat dan weer bijdraagt tot een verhoogde publieke belangstelling. En tenslotte is dit toch het belangrijkste: het bereiken van een zo groot mogelijk publiek, dat trouw elk koncert bijwoont en aldus het inrichten van een volgend koncert mogelijk maakt. De zakenlui van Spiraal zijn daarin in elk geval geslaagd.
Dank zij hun mecenaat en reklamekampanje bij het eerste koncert hebben zij mede bewerkt dat er sindsdien reeds verschillende koncerten gevolgd zijn, die te Brugge een stijgende publieke belangstelling gaande houden.
Hendrik Willaert