dat er niet meer gepubliceerd werden, waarbij de lezer een beter denkbeeld krijgt van de dekorbouw in onze schouwburgen. I.p.v. de zo gevaarlijke, immers steeds subjektief gerichte overzichten - onvermijdelijk trouwens -, werden tans twee produkties pittig belicht, nl. Groenten uit Balen (Walter Van den Broeck) door A. Van Impe en Harlekijn, kies je meester door de bewerker, de regisseur en de medewerkers. Bovendien werden uittreksels gepubliceerd uit de konklusies van de ontleding die twee instituten voor toegepaste sociologie in Brussel en Antwerpen gemaakt hebben over het publiek. Van deze bijdragen verschijnen naast de Nederlandse tekst ook Franse en Engelse vertalingen. Een overzicht van de opvoeringen van Vlaamse werken tijdens het seizoen 1971-'72 besluit het eerste deel dat werd geopend met het gebruikelijk In memoriam (dit speeljaar Firmin Mortier en Bert Janssens). Het tweede en veruit lijvigste deel beslaat, zoals vermeld: in gewijzigde vorm, de dokumentatie over het verlopen seizoen. Deze informatieve rubriek behelst inlichtingen over de samenstelling en de uitvoering van het repertoire van volgende gezelschappen: K.N.S. - Antwerpen, K.V.S. - Brussel, N.T.G. - Gent, R.V.T. - Antwerpen, G.L.T., Kon. Jeugdteater - Antwerpen, B.R.T. (luisterspelen en televisie), Arca - Gent, Arena - Gent, Beursschouwburg - Brussel, B.K.T. - Brussel, E.W.T. - Antwerpen, Fakkelteater - Antwerpen, Korrekelder - Brugge, M.M.T. - Mechelen, Teater Antigone - Kortrijk, Gezelschap Yvonne Lex, Teater Vertikaal - Gentbrugge, Studio Herman Teirlinck - Antwerpen. Verder nog een lijst van toneelstukken van Vlaamse auteurs gekreëerd door amateursverenigingen gedurende het behandelde seizoen, het programma van het Internationaal dubbelfestival Antwerpen 1972, gastvoorstellingen in K.N.S.-Antwerpen, K.V.S. - Brussel, N.T.G. - Gent, Arca - Gent, Provinciaal Centrum Arenberg - Antwerpen,
Elkerlijc-Genootschap - Antwerpen, een indeks van de auteursnamen en toneelstukken en tot slot een indeks van de direkteurs en regisseurs. Dit alles gedrukt op mooi glacépapier (108 bladzijden), voortreffelijk geïllustreerd en voorgesteld, met een fraaie kaft.
Meer dan eens heb ik, ter gelegenheid van de publikatie van voorgaande delen en naar aanleiding van het verschijnen van studies over het teaterleven in ons land, geschreven dat dergelijke initiatieven gewaardeerd en aangemoedigd dienen te worden. Ten eerste omdat ze ons een interessante syntese brengen. Ten tweede omdat ze buitengewone diensten kunnen bewijzen bij opsporingswerk. Ten derde omdat ze de teaterverschijnselen op een objektieve wijze vastleggen. Dit gebeurde vroeger niet of altans niet op dezelfde manier. Het gevolg is dat zij, die aan geschiedschrijving willen doen of een studie wensen te schrijven over het toneelleven in Vlaanderen, op allerhande moeilijkheden stuiten om voldoende materiaal bij elkaar te krijgen dat het mogelijk maakt met kennis van zaken te oordelen en een juist beeld te schetsen van de toestanden in het verleden. Dit bleek opnieuw toen Drs Jaak Van Schoor zijn boek over 100 jaar beroepstoneel te Gent begon te schrijven (Een huis voor Vlaanderen - Honderd jaar Nederlands beroepstoneel te Gent, overdruk uit het Kultureel Jaarboek van de Provincie Oost-Vlaanderen 1971 voor het Komitee 100 jaar beroepstoneel Gent). Daarom heeft het NTG na vijf jaar een lustrumboek uitgegeven waarin in detail de hele voorgeschiedenis en de bedrijvigheid tijdens de eerste vijf jaren werden vastgelegd.
Een teaterjaarboek, zoals het nu werd opgevat en dat het volledige Vlaamse beroepstoneel bestrijkt, wint voortdurend aan waarde. Het betekent een enorme vooruitgang en bewijst dat wij uit de vergissingen en tekortkomingen van onze voorgangers iets geleerd hebben.
Het past derhalve dat wij dankbaar en blij zijn met zo'n uitgave. Het past evenzeer af te zien van vitterige detailkritiek die steeds mogelijk is omdat er nu eenmaal geen ideale formule bestaat. Soortgelijke kritiek kan een vals beeld geven van zo'n weergaloos boek en dat is geenszins gewenst. Het past ook dat de redaktie rekening zou houden met de suggesties die gedaan worden om de draagkracht, die het boek hebben kan, te versterken, suggesties die bij het grootste deel van de recensenten louter ingegeven worden door de behoefte deze editie nog doeltreffender te maken. Enkele van de voorstellen die ik vroeger deed zijn vervallen omdat de redaktie reeds een en ander heeft aangepast. Wat ik persoonlijk nog voor verbetering vatbaar acht is het fotomateriaal (meer aandacht voor dekor, kostuums, inkleding, belichting) en het dokumentair aspekt (opvoeringsdata, statistische gegevens, uittreksels uit waardevolle recensies, e.d.). Zo mogelijk ook de mime bij het boek betrekken.
Ik hoop dat de redaktie uit deze en andere aanwijzingen er een paar zal bezien om dit keurig initiatief zo voorbeeldig mogelijk uit te werken.
Rik Lanckrock