het dialekt van de Westhoek te praten, Gantois ertoe kwam vlot ‘Nederlands’ te schrijven en te spreken. Het is wel jammer dat Gantois die aan zijn traditionele regionalistische milieu ontgroeide, op de Vlaamse Beweging in België heeft afgestemd, net op het meest ongelukkige moment van haar geschiedenis.
Ondanks mijn voorbehoud op enkele punten geloof ik dat Etienne Dejonghe een belangrijke bijdrage heeft geschreven die onze kennis over Gantois aanzienlijk heeft verruimd.
Erik Vandewalle
Adres: Editions Armand Collin, Parijs.
Prof. K. Van Isacker gaat door met het publiceren van dokumenten over de repressie. Na de dagboeken van Lambert Swerts en Theo Brouns bracht hij in het begin van 1970 ‘De zaak Irma Laplasse - Stukken voor een dossier’.
Irma Laplasse, een volksvrouw uit Oostduinkerke (West-Vlaanderen), werd op 30 mei 1945 te Brugge terechtgesteld op beschuldiging van verklikking. De beschuldiging was op uiterst betwistbare gegevens gebazeerd zodat nu achteraf blijkt dat zij onschuldig terechtgesteld werd. Dit boek bevat het dagboek van de veroordeelde en het relaas van haar dochter. Karel Van Isacker laat daaraan een door hem samengestelde rekonstruktie voorafgaan van de gebeurtenissen die leidden tot de veroordeling en eksekutie. Hij ondernam daarvoor een enquête ter plaatse en gebruikte de papieren van de familie en de pers. Het was niet mogelijk inzage te krijgen van de dossiers van het krijgsgerecht en van de advokaat van Irma Laplasse. Karel van Isackers boek is evenwel voldoende overtuigend.
Het geval Irma Laplasse is niet zomaar onder de gerechtelijke dwalingen te klasseren. Het illustreert nogmaals en op ekstreme wijze het ongerijmde van de Belgische repressie.
Erik Vandewalle
Adres: Nederlandse Boekhandel, Antwerpen, 1970, 132 blz., 145 BF.
Monique Jacqmain, lektor Italiaans aan het Rijksuniversitair Centrum te Antwerpen, heeft een onderzoek ingesteld naar de betekenisomschrijvingen van de woorden voor Vlaanderen, Vlaams en Vlamingen in moderne Italiaanse encyklopedieën. Haar bevindingen verschenen in de ‘Revue de l'Université de Bruxelles’ van februarimaart 1969 onder de titel Les définitions des termes Fiandra, Fiammingo et Fiamminghi proposées par les encyclopédies italiennes contemporaines.
M. Jacqmain heeft een tiental naslagwerken onderzocht en komt tot het resultaat dat men kan vermoeden: bijna geen enkel levert een enigszins betrouwbare definitie van het begrip ‘Vlaanderen’ in zijn aktuele betekenis (het oude graafschap komt meestal wel aan zijn trekken) noch van de taal die daar gesproken en geschreven wordt. Het mooiste bloempje plukken we uit de ‘Dizionario enciclopedico Hoepli’ van 1958; na meegedeeld te hebben dat het ‘Vlaams’ gesproken wordt van Artesië en West-Vlaanderen tot Limburg vervolgt de auteur: ‘il vlaamsch è molto affine alle parlate tedesche del Basso-Reno (platt-deutsch) ma si distingue già dal brabantino che si parla a E. della linea che dalla bassa Schelda giunge all' area delle parlate francesi’.
De auteur had ongetwijfeld meer kunnen bereiken door in haar onderzoek ook de termen olandese en neerlandese te betrekken, waarnaar zij tans slechts sporadisch verwijst. Niettemin is haar studie nuttig opdat wij - na de brochure van prof. R.F. Lissens over de benamingen van onze literatuur in buitenlandse naslagwerken - er nog eens aan herinnerd zouden worden welke immense voorlichtingsarbeid wij nog te doen hebben vooraleer oude en diepgewortelde misvattingen over onze taal, in het buitenland uitgeroeid zullen zijn. De auteur zelf draagt daar haar steentje toe bij doordat, naar zij meedeelt, haar tekst in Italiaanse vertaling zal verschijnen in het maandblad van de Italiaanse leraars aardrijkskunde ‘La georgrafia nelle scuole’ en een resumé ervan in het Florentijnse tijdschrift ‘Lingua Nostra’.
Ludo Simons
Adres: U.L.B., Franklin Rooseveltlaan 56, 1050 Brussel.
Uit Leipzig, Oost-Duitsland, bereikte ons het Niederländisches Lehrbuch van Hans Herrfurth, dat luidens het voorwoord mede door de hulp van H. Roelofs uit Boxtel en van de uitgeverij Heideland te Hasselt tot stand kon komen.
Het leerboek, kennelijk bestemd voor het hoger onderwijs, lijkt me betrouwbaar en de keuze van de teksten verantwoord. In het raam van dit tijdschrift wou ik even stilstaan bij de eerste pagina's van het boek, waarin het Nederlands als taal aan de Duitse lezer voorgesteld wordt. Als alle mensen in Oost- en West-Duitsland die over Nederland en/of België schrijven het even wetenschappelijk zouden doen als Hans Herrfurth, dan zouden heel wat scheve voorstellingen rechtgezet worden. Vooral wat hij in een aparte paragraaf vertelt over het ‘Vlaams’ (das Flämische ist nur der Oberbegriff für die in Belgien gesprochenen Dialekte des Niederländischen) kan verhelderend werken in een taalgebied als het Duitse, waar daaromtrent zoveel verkeerde informatie gespuid wordt.
Alleen waar Hans Herrfurth ook even verwijst naar het Afrikaans kan ik hem bezwaarlijk volgen: er zijn geen 6 miljoen Afrikaansprekenden en de afstand tussen beide talen is wel wat groter dan hij hier beweert. Maar dit is alleen een nietig vlekje op een boek dat ik voor de rest alle sukses toewens.
Jan Deloof
Niederländisches Lehrbuch, door Hans Herrfurth. Met een woordenlijst en een kaart. Uitg. VEB Verlag Enzyklopädie, Leipzig. 1969 - 176 blz.