Teaterjaarboek (68-69).
Begin juli werd in het kabinet van de minister van de Nederlandse kultuur het derde ‘Teaterjaarboek’ (seizoen 68-69) aan de pers voorgesteld.
Deze presentatie ging gepaard met een korte toelichting door Alfons Van Impe, in naam van de redaktie. en een toespraak door minister Prof. Dr. F. Van Mechelen die de door zijn departement gevoerde teaterpolitiek verantwoordde.
Het derde Teaterjaarboek heeft hetzelfde uiterlijk als de vorige afleveringen: dezelfde lay-out, lettertype, kaft e.d. Terwille van de eenvormigheid van de albums is deze werkwijze wellicht te verdedigen. Niettemin blijft mijn kritiek op het grote lettertype voor de rolverdelingen e.d. geldig. Op deze wijze zou heel wat plaatsruimte vrijkomen voor een paar substantiële bijdragen die wij tans opnieuw missen. De beschouwende artikels bleven tot een minimum beperkt: drie in memoriams, het schouwburgleven tijdens het seizoen 1968-'69 door R. Van Opbroucke, het luisterspel en televisieseizoen 1968-'69 respektievelijk door A. Poppe en J. Van Gorp (met telkens vertalingen in het Frans en het Engels).
De grootste brok is uiteraard die van Roland Van Opbroucke, 6 bladzijden. Hierin belicht de auteur de markantste gebeurtenissen in een toonaard die gematigd kritisch klinkt. Gewoonlijk schrijft Van Opbroucke in een vinniger stijl maar hij zag hiervan klaarblijkelijk af omdat dit minder paste in deze publikatie. M.i. terecht. Ik betreur evenwel dat er niet meer kritisch proza werd gepubliceerd.
Het geheel vertoont de sporen van een bezuinigingspolitiek: minder bladzijden, een geringer aantal en kleinere foto's. Dit valt, gelukkig, niet ten nadele uit van de kwaliteit. Het is wel jammer dat opnieuw weinig foto's werden opgenomen, waarbij aandacht wordt besteed aan de dekors. Dit is een belangrijk tekort. Verder vind ik het te betreuren dat geen opvoeringsdata noch interessante statistische inlichtingen over het aantal voorstellingen en het schouwburgbezoek vermeld werden. Jammer is evenzeer het ontbreken van toelichtingen over sommige stukken en uittreksels uit recensies over de produkties. Dit alles zou de dokumentaire waarde van het boek beslist ten goede komen.
De verkoopprijs bleef: 100 fr., bijzonder redelijk voor zo'n mooi album. Het wordt verkocht in alle schouwburgen en is tevens verkrijgbaar bij Almo, Frankrijklei 128 te Antwerpen.
Van het eerste nummer werden er 1.700 en van het tweede 1.900 eksemplaren verkocht. Dit boeiend werk heeft onmiskenbaar recht op een ruime verspreiding.
Ondanks tekorkomingen, die onvermijdelijk zijn, beantwoordt het nagenoeg ten volle aan de opzet van de redaktie: neerslag van het teatergebeuren en betrouwbaar naslagwerk, opgesteld in een geest van strenge objektiviteit. Een boek dat met de jaren aan waarde en betekenis wint.
Rik Lanckrock