Ons Erfdeel. Jaargang 12
(1968-1969)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 185]
| |
frans-vlaamse taaltuin
| |
[pagina 186]
| |
Vlaams, omdat de verkleinwoorden op -ke hier heel zeldzaam zijn. Maar daarover later meer.
Jacques Fermaut uit Sint-Winoksbergen (geboortig van Winnezele) heeft me een plezierige zegswijze aan de hand gedaan uit Westkappel, een schilderachtige omschrijving voor ‘schooien’: gón om sjapra'-wervels te sjietn (gaan om schapraaiwervels te schieten). Als iemand op jacht gaat op boterhammen moet hij maken dat de wervels (korte houten grendeltjes die voor de deur gedraaid worden) van de sjapra (schapraai = etenskastje) opengaan. Merkwaardig is ook het fijn opgemerkte verschil in uitspraak van het woord kwel in de betekenis van welwater in drie dorpen uit de geboortestreek van Fermaut: in Herzele heet het kwelm, in Westkappel kwe(l)m (met weglating van de I zoals in me(l)k) en in Winnezele kwel(le). Een geval van bewaard gebleven Middelnederlands in Frans-Vlaanderen gaf ons ook Jacques Fermaut in de Winnezeelse brugnaam Bar(n)brigge. Bar(n) of bar(dn) betekent ‘van houten planken’ (bard = berd). Bart staat in die betekenis in Verdam, maar het is ook bekend in West-Vlaanderen b.v. in achterbard: houten achterschot van een kar. Merkwaardiger nog is brigge (met zgn. Saksische i voor u). Die uitspraak is ook in West-Vlaanderen mondgemeen geweest, vooral in het westen, getuige een Wasschiggenbrigghe in Langemark in 1284Ga naar eindnoot(1). Fermaut zegt ook steevast: vraagn egen etwien (aan iemand vragen) waarin egen volgens Verdam een geval van afenesis is uit jegen.
Meneer Corteel, koster van Houtkerke, is voor mij een goeie hulp geweest bij het verklaren van enkele woorden en wendingen uit het vroeger besproken schriftje van de onderwijzer Verclytte uit Sint-Maria-KappelGa naar eindnoot(2). Op dezelfde plaats en ook in het volgende nr.Ga naar eindnoot(3) is er sprake van kriole. We lezen bij Verclytte ook de volgende roep van de oogstarbeiders: Kriole, kriole, kriole
't leste voer gaet in, en 't gaet al in.
Corteel vertelt dat hij dat nog gehoord en meegemaakt heeft in Houtkerke, alleen werd eraan toegevoegd: en 't is al in!
Jan Veys heeft me nu ook de ‘roep’ gegeven van herders of koewachtersGa naar eindnoot(4) die hun dieren naar huis dreven en zongen: in Belle: Kyreleise, kyreleise
in Kwaadieper: Kariole, kariole
in Wormhout: Keriole, keriole, al in
in Gijvelde: Kriole, kriole, al in, kriole
en volgens Victor Derode, de schrijver van dit artikel zou deze kreet z'n oorsprong gehad hebben in de tweede kruistocht, als leuze van de kruisvaarders, in 1147. Hiermee vervalt natuurlijk de veronderstelling dat kariole enz. zou komen van het Frans dialektische cariole dat wagen betekent.
Verclytte vertelt ook dat de kramers op de markt de mensen lokken met de roep:
Kom mae by, kom mae by, al warm en vasch gebakken
Vandage voor geld en morgen voor nieten, 'k Gaen 't al verbrooyen
Vasch (spreek uit: vasj) is Bels voor vers en betekent hier zoals in al het Westvlaams ‘pas’. Corteel heeft me toch verbrooyen (spreek uit: verbrooëïen) moeten verklaren, ik vind het nergens genoteerd. Hij vertaalde het in het Frans door ‘gaspiller’; wij zouden zeggen ‘van de hand doen voor een appel en een ei’.
Iemand die gestorven is zonder dat er een mens om treurt, van zo iemand zeggen de Frans-Vlamingen:
Hij is ten Blieden-berge begraven.
Ook hier behoud ik Verclyttes spelling; de uitspraak klopt hiermee wel, behalve ‘hij’ dat ie of j' uitgesproken wordt. Dat Bliedenberge zouden we liefst aan elkaar schrijven, het is een vermeende plaatsnaam, gevormd naar b.v. Bankenberge of Sint-Winoksbergen. Ik geloof dat alles hiermee duidelijk is. Frans-Vlamingen gebruiken nu nog vrij algemeen het eufemisme zet of zetje voor ‘achterste’. Zo luidt een uitdrukking uit Verclyttes verzameling, ook bekend in Steenvoorde volgens J. Tillie
Hij is met 't zet in d'haege.
D.i. hij is ongesteld, krachteloos enz. J. de Vries in z'n Etymologisch woordenboek en Gezelle in Loquela (blz. 597) vinden dat zet terug in zetpil. Het zet is ook Middelnederlands (bij Verdam: ‘set’) en betekent oorspronkelijk natuurlijk ‘zitplaats’. Ik wil sluiten met een luchtige zegswijze van Verclytte: 't Zyn al straete maeren.
Heel graag weer veel aanvullingen, op- en aanmerkingen.
(Mijn adres: vander Merschplein 40, Menen.) |
|