Voor een regisseur met verbeelding is het een kluif omdat hem de gelegenheid wordt geboden om met de meest uiteenlopende technische hulpmiddelen effekten te bereiken en op die wijze het stuk bij het publiek te doen inslaan.
Naar de inhoud en naar de vorm is Hoera Amerika eksperimenteel teater bij uitstek dat beslist geschikt is om vernieuwing te brengen in de stijlprocédés van het toneel.
Hoewel ik tot dusver nog geen werk van Van Itallie opgevoerd zag en dus niet vergelijken kan, meen ik toch dat Jo Decaluwé de juiste kneep te pakken had. In zijn montering bewonderde ik vooral het zwierig tempo, de suggestieve kracht, de sterke dramatische geladenheid en de talrijke vondsten om kontakt te krijgen met het publiek.
Ik hoop dan ook dat ons officieel teater belangstelling zal tonen voor deze auteur die m.i. recht heeft op een plaats in de grote schouwburgen. Ik weet best dat de weerstand t.o.v. dit soort toneel bij de direkteurs van de professionele gezelschappen taai is. Zij wagen zich niet dikwijls aan werk dat typisch eigentijds is, dat bruusk breekt met de tradities, dat wiggen drijft in het burgerlijk fatsoen, dat heilige huisjes slopen en taboes verbrijzelen wil. Het mag wel eventjes gedurfd maar niet te brutaal zijn. Ze zweren bij een geleidelijke evolutie en wensen niet al te veel stenen ineens in de kikkerpoel te gooien. In principe ben ik het eens met hun politiek van geleidelijkheid. Ik geloof in geen geval dat men het teater van vandaag zo maar, zonder slag of stoot, direkt binnenste buiten mag of kan keren. Ik geloof nochtans evenzeer dat er in een geleidelijkheidspolitiek grote stappen vooruit moeten worden gezet. Met aarzelende en al te voorzichtige pasjes zal men nooit het rezultaat bereiken dat men op het oog heeft.
Het Gents Universitair Toneel heeft daarom een daad gesteld die blijk gaf van moed en inzicht en ik hoop dat deze groep in die richting zal doorwerken en nog meer blijken van levenskracht zal geven.
Rik Lanckrock