gedeelte geleidelijk worden toegepast. De homo technicus is de homo economicus verre vooruit maar... de geestelijke aanpassing van de mens aan zijn nieuwe levensvormen, aan het ‘leven met komputers’ gaat nog veel trager vooruit.
De mens van de toekomst zou meer en meer een onaangepaste mens kunnen zijn ‘die met een auto van morgen op wegen van gisteren rijdt in een mentaliteit van eergisteren’.
De mens moet kiezen.
Kunnen kiezen, ieder mens en een volk helpen kiezen wordt de zwaarste opgave voor opvoeders en politici.
De maatschappij van gisteren rantsoeneerde onze voorouders tegen de armoede maar in de maatschappij van morgen (en reeds van vandaag) dient tegen de overvloed gerantsoeneerd te worden. Dit houdt geen afremmen in maar een menselijk richten van de vooruitgang.
Hier heeft de politieke vraag er mee te maken of de oriëntering van de bestedingslust eenzijdig kan worden overgelaten aan het groot-kapitaal. Gisteren werd de arbeider beroofd in zijn loon, heden wordt hij beroofd in zijn ‘koopkracht’.
Het is toe te juichen dat de grens van wat men als behoefte ervaart meer en meer wordt vooruitgeschoven. Als aan de primaire behoeften eenmaal voldaan is en de persoonlijke risiko's grotendeels verzekerd zijn en het om ‘rijkere’ behoeften gaat, worden behoeften erg subjektief en verschillend van mens tot mens, van groep tot groep en van volk tot volk.
Niet aan alle ‘rijke’ behoeften kan worden voldaan. Wie zal ze rantsoeneren?
Zal de overheid het doen, zoals zulks het geval is in de kommunistische landen? Principieel is zulks voor mij absoluut te verwerpen, zij het dat de overheid wel de taak heeft door een waterdichte wetgeving en doelmatig toezicht de lichamelijke gezondheid van de bevolking te beschermen. De vraag mag dan ook worden gesteld of wij ertoe bereid zijn het nodige geld en het nodige stukje vrijheid af te staan aan de overheid om ons lichamelijk welzijn te beschermen tegen iedere gewetenloze kommercie.
Zal het groot-kapitaal er zich mee belasten steeds nieuwe behoeften te scheppen en aan de mensen aan te smeren wat de hoogste winst opbrengt?
Is het een illusie, ervan te dromen dat de mens dank zij een zinnige begeleiding zelf zou kunnen kiezen?
De biologie konstateert steeds meer dat ieder menselijk wezen een eigen fysische oorspronkelijkheid vertoont. Het verweer tegen massifikatie wordt aldus op eksakt-wetenschappelijke gronden bevestigd.
De bescherming van de ‘geestelijke volksgezondheid’ zouden wij alleen maar voor ekstreme gevallen aan de Overheid toevertrouwd willen zien om gezagsmisbruik te vermijden. Partikulier initiatief hiertoe verdient evenwel overheidssteun.