Analytische bibliografie van Julien Kuypers.
Een bibliografie, het mag dan al een analytische zijn, is maar een gebrekkig middel om de figuur van een schrijver op te roepen. Het levende, het beweeglijke is er uit. Maar voor degenen die dat beweeglijke opnieuw in woorden willen uitdrukken, is de bibliografie onontbeerlijk. Ze geeft van meet af aan de grondtrekken van het te maken portret.
Voor Julien Kuypers, van wie in 1968 een analytische bibliografie op de markt kwam, zijn die grondtrekken duidelijk: veelzijdigheid en werkkracht. Het boekje van bijna 100 dicht bedrukte bladzijden biedt een verbijsterend overzicht van zijn scheppend werk, zijn kritische bijdragen en studies, zijn boeken voor schoolgebruik, enz.
Er zijn natuurlijk auteurs die van een grotere kreativiteit getuigen; Kuypers is stellig geen Vestdijk. Daartegenover staan echter de tientallen studies die van zijn hand verschenen in alle mogelijke en onmogelijke publikaties. Ze gaan van La seconde langue dans les écoles normales du Brabant uit 1919, over bv. Jacob Kats, agitator uit 1930, tot Jan Pellering, een vergeten redenaar en anarchist uit 1962. De onderwerpen zijn niet zo makkelijk onder één hoedje te vangen, maar een paar konstanten zijn toch aan te wijzen: de socialistische ontvoogdingsstrijd in het Vlaanderen der 19e eeuw, de Vlaamse Beweging en de kulturele integratie Noord-Zuid. Ze zijn het stramien geweest van dit bedrijvig leven.
Karel Jonckheere schreef voor deze uitgave een kort, voor zijn doen eerder geestdriftig Ten geleide, dat ons een schets biedt van Kuypers als mens. Van zijn kant zorgde Garmt Stuiveling voor een Afscheid, waarin hij enkele woorden wijdt aan de organisator en de ambtenaar. Zuid en Noord eenstemmig in hun waardering: voor Kuypers kon en mocht het niet anders!
Jan Deloof
Dr. Rob. Roemans en Dra. Hilda van Assche, Analytische bibliografie van Julien Kuypers - Heideland Hasselt - 1968 - 99 blz.