Ons Erfdeel. Jaargang 12
(1968-1969)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermdDe Library of Congress en onze taal.De Library of Congress te Washington beschikt over groots opgezette handleidingen voor klassifikatie van boeken behorend tot welk vakgebied dan ook. Ook buiten de Verenigde Staten wordt deze klassifikatie gebruikt, vooral in biblioteken die het zg. ‘open-reksysteem’ toepassen. Op de boekenrekken worden de werken volgens het onderwerp geklasseerd. De lezer kan b.v. bij de Latijnse literatuur werken over Cicero zoeken en raadplegen, ook als hij niet weet wie over die auteur iets gepubliceerd heeft. Vooral op het gebied van de eksakte wetenschappen blijkt het systeem goede resultaten op te leveren.
Wanneer de principes van de Library of Congress op de Nederlandse taal- en letterkunde toegepast worden, is het resultaat minder schitterend. Er wordt om te beginnen een onderscheid gemaakt tussen taal- en letterkunde, wat wel eens moeilijkheden oplevert; de verzameling dialektteksten Van de Schelde tot de Weichsel behoort dan tot de Nederlandse literatuur en een werk over de verstechniek van de Tachtigers is taalkunde.
Merkwaardig is de plaats van het Nederlands. Bij de Germanic Languages bestaat als onderafdeling Teutonic Languages, op haar beurt ingedeeld in: Dutch, Flemish, Friesian, German. Bij dat Dutch kan men o.m. plaats voorzien voor werken in verband met ‘linguistic geography’, waarbij men werken kan onderscheiden volgens ‘région, province, etc.’ nl.:
Dutch Friesian, Dutch (Holland), Friesian-West-Franconian, West-Franconian (Flemish) and East-Franconian (Flemish) for treatises, dictionaries, etc. confined to local dialects; for general works favor PF 1001-1184, Saxon-Franconian, Friesian-Saxon.
Die nummers PF 1001-1184 zijn nl. voorbehouden voor Flemish, met ook hier de mogelijkheid voor onderverdeling in Phonology, Phonetics, Syntax, Style, Composition, Rhethoric en o.m. ook nog Dictionaries die op hun beurt ingedeeld worden: Flemish (including Flemish-Dutch), Polyglot, Flemish-English, English-Flemish, enz.
Bij de literatuur is het nog vreemder; er bestaat nl. Dutch literature met bij de ‘individual authors or works’ een indeling in: Medieval, 16th-18th cent., 19th-20th cent.Ga naar eindnoot(*)
Daarnaast is er Flemish Literature since 1830. (For literature before 1830 see Dutch literature). Voor een Middeleeuws werk is er dus geen probleem of iets Flemish of Dutch is, behalve dan voor ‘Hendrik van Veldeke, see Heinrich von Veldeke’, want volgens de Library of Congress is de Sint-Servaes blijkbaar een Duits werk. De indeling betekent nu ook dat u Anna Bijns kunt vinden tussen Hieronymus van Alphen en Bredero, want de auteurs uit de onderscheiden periodes staan verder alfabetisch gerangschikt. Een werk van Karel Broeckaert (vóór 1830) kunt | |
[pagina 180]
| |
u wel aantreffen naast Isaac da Costa, maar Hendrik Conscience staat niet in de buurt van Mevrouw Bosboom-Toussaint.
Misschien kon men in een zeker stadium een onderscheid tussen Vlaamse en Nederlandse literatuur verrechtvaardigen, maar de schema's werden opgesteld in 1942 en onveranderd weer gepubliceerd in 1965. Bij de Flemish authors waren toen o.m. bekend: Jan van Beers, Pieter Frans van Kerckhoven, Jan Frans Willems. De benjamin was Herman Teirlinck.
Tot welke interpretaties deze indeling aanleiding kan geven, kan men zich ook zonder veel verbeelding voorstellen. Wie kan met de hand op het hart verzekeren, dat hij als Nederlandstalige, bij het werk van een jong, onbekend dichter bij de eerste oogopslag kan zien of hij Flemish of Dutch voor zich heeft? De plaats van uitgave kan immers niet als kriterium dienen. We hoeven dan toch niet van een buitenlands bibliotekaris te verwachten, dat hij specialist zou zijn inzake dit verschil. Het praktische gevolg is natuurlijk, dat sommige van die Flemish authors met een of meer van hun werken bij de Dutch literature ondergebracht worden en dat een Noordnederlander met een Frans klinkende naam wel eens naast Hendrik Conscience komt te staan.
In een traditioneel ingerichte biblioteek heeft het weinig betekenis, hoe de boeken geklasseerd worden, ten minste zo lang het systeem effektief is, maar in de biblioteken die volgens de Library of Congress funktioneren, gaat de belangstellende zelf naar de boeken: als de Flemish authors daar niet bij de Dutch literature te vinden zijn, komt de lezer automatisch tot het besluit, dat het werk van die auteurs ook niet tot de Nederlandse letterkunde gerekend kan worden. Het prestige van de klassifikatie van de Library of Congress is blijkbaar zeer groot: de behandeling van de Nederlandse taal- en letterkunde op de geschetste manier moet daarom des te meer onze aandacht wekken. De verwarring over de begrippen Nederlands/Vlaams is in het buitenland ook zonder dat al groot genoeg. Niet alleen wordt nu die verwarring in de hand gewerkt, maar ze wordt bovendien voor de toekomst definitief gefikseerd in elke biblioteek die het systeem van de Library of Congress ooit heeft aangenomen. Het lijkt mij nuttig, dat representatieve Noord- en Zuidnederlandse instanties de Library of Congress op de onjuiste voorstelling van zaken zouden wijzen.
Y. Stoops, Port Elizabeth |
|