Een onverwacht getuigenis over de invloed van Paul Fredericq, 2.
In een vorige aflevering (XI, 2, pp. 156-7) hebben we aangetoond hoe de Gentse hoogleraar Paul Fredericq, bekend om zijn belangstelling voor Frans-Vlaanderen, hiervan ook getuigenis aflegde in zijn kolleges. O.a. sprak hij na een kwart eeuw nog over het rederijkersfeest dat hij te Eke in 1874 had bijgewoond, zodat zijn student V. Fris noteerde: ‘Eecke. Baron van Hoekstra. Prijskamp voor Rederijkers’. Baron van Hoekstra was mij toen, en is mij nog altijd onbekend, omdat ofwel Fredericq zich vergist heeft toen hij over de reeds lang voorbije aangelegenheid sprak, ofwel Fris verkeerd opgetekend heeft: er is hier een verwarring met Baron Van Heemstra, waarover V. Celen het heeft in zijn boek: Fransch-Vlaanderen. Letterkundige betrekkingen met Vlaanderen, herleving van het nationaliteitsgevoel, Antwerpen, 1933, p. 33-34. We lichten daaruit het volgende. ‘In 1874 en 1875 zette de Rhetorica van Eeke nieuwe wedstrijden op, waaraan weder Vlamingen deelnamen, in 1875 zelfs een Nederlander, Baron van Heemstra, ‘beschermheer’ van taal- en letterkundige genootschappen. Eeke betuigde hem zijn dank door een ‘prachtigen draagpenning’. De Baron was zeer bevriend met de Belse rederijker, Louis Leconte, die hem regelmatig op de hoogte hield van het ‘letternieuws’ uit de streek, en hem zijn gedichten opzond. In datzelfde jaar, 1875, werd Heemstra trouwens, door toedoen van Leconte, beschermheer van de te Dranouter pas opgerichte rederijkerskamer. Leconte van zijn kant werd erelid van een Friese welsprekendheidsvereniging Advendo.
Dr. Ludo Milis, Gent