Ons Erfdeel. Jaargang 12
(1968-1969)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 166]
| |
Maurits Naessens: Rembrandtmedaille 1968.
Dr. A. Toepfer overhandigt de Rembrandtmedaille aan M. Naessens tijdens de plechtigheid in het Huis Osterrieth op 6 december 1968.
Wie Maurits Naessens heeft leren kennen, heeft een lichtpunt méér in zijn leven gevonden. Een ‘lichtpunt’ is eigenlijk te passief in deze vergelijking want we denken eerder aan een lichtgloed of zelfs een vuurgloed. Iemand die zichzelf kan blijven en zelfs als hij de hoogste toppen heeft bereikt, hecht verbonden blijft en wil blijven met dat waaruit hij is gegroeid. Naessens is ook onze taal trouw gebleven. En zijn jeugdidealen. Heeft hij me niet eens verteld hoe hij in zijn prille jeugd - twaalf jaar? - al in zich de flamingant had gevoeld? Hij volbrengt zijn taak op zijn manier, als bankier, als kultuurpromotor, als raadgever op het hoogste vlak, als duwer van initiatieven. Daarbij blijft hij voortdurend bezorgd voor het peil van het kultuurbesef bij de arbeiders. Veel werk heeft hij hiervoor verricht toen hij in de beweging van de arbeidersopvoeding stond. Met leedwezen en nog altijd machteloos stellen we vast dat ons land geregeld geplunderd werd door bezetters en dat nu nog wordt door vreemde kunsthandelaars. Naessens drukt er telkens weer zijn spijt over uit dat de gemeenschap waartoe hij behoort in de welvaartstaat waarin wij leven, niet voldoende gelden bijeen kan brengen om een grotere werving te doen van nationaal kunst- en kultuurbezit. Het is onmogelijk al zijn voorname facetten voldoende te belichten. Wat mij o.m. zozeer boeit in zijn geschriften is dat hij naast of boven de individuele rechtvaardigheid en de kollektieve rechtvaardigheid ook de verdelende propageert, m.a.w. de enkeling moet zijn rechten hebben en hij dient in de gelegenheid te worden gesteld de rijkdom die potentieel in hem aanwezig is, te ontwikkelen. De gemeenschap krijgt algemene wetten, voorschriften en reglementen. Maar ook de groepen in de gemeenschap dienen te worden aangehoord en te worden beschermd. Ook zij moeten de mogelijkheid krijgen zich, ingebouwd in de struktuur van onze maatschappij, te ontwikkelen en mondig te worden. Daarom interesseert Maurtis Naessens zich zo fel voor de belangen en de toekomst van de nederlandstalige gemeenschap in Brussel. En dan zijn bedrijvigheid als kultuurpromotor... Door zijn Bank van Parijs en van de Nederlanden-België wordt een serie boeken uitgegeven met de bedoeling ons kunstpatrimonium in binnen- en buitenland meer bekend te maken. Enkele titels: Mijn land (Fr. Masereel), Le miroir de la Belgique (Carlo Bronne), Middeleeuwse miniaturen (J. Delaissé), Peinture moderne en Flandre (P. Haesaerts), Moderne Vlaamse Schilderkunst (W. Vanbeselaere), Vlaamse wandtapijten (R.A. d'Hulst), Kunst van het Maasland (G. Faider), Rik Wouters (R. Avermaete), Abstrakte schilderkunst in Vlaanderen (M. Seuphor, M. Bilcke, L.L. Sosset en J. Walravens), De Vlaamse muziek in de maatschappij van de 15e en 16e eeuw (R. Wangermée), Keizer Karel (Burggraaf Terlinden), Henry van de Velde (A.M. Hammacher), Liège de la Principauté à la Métropole (J. Le jeune), Antwerpen (Fr. Masereel) en Frits van den Berghe (E. Langui)... Dank zij Maurits Naessens werden voorname gebouwen gerestaureerd: het Huis Osterrieth (Antwerpen), het Huis Margaretha van Parma (Oudenaarde), het Hôtel de Bocholtz (Luik), In den Boer à la Mode (Mechelen)... Maurits Naessens: een man met rijke ideeen, die zijn volk weer hogerop wil helpen stuwen; de vriend die wij graag ook hier hulde brengen naar aanleiding van de overhandiging van de Rembrandtprijs. De Vlaming die ‘Europeeër’ is geworden, wordt vanuit het buitenland al gelauwerd. Laten we hem ook in het binnenland danken voor wat hij heeft gedaan voor ons, voor de Nederlandse gemeenschap, voor allen. Dr. Marc Galle |
|