Tweemaal Globe.
Dit seizoen lijkt me in vele opzichten interessanter dan het voorgaande en dit is dan mede te danken aan de opmerkelijke aanpak van de toneelgroep Globe. Zij speelt op het ogenblik onder andere een tweetal bijzondere bewerkingen. De eerste is: Kleren maken de man, een komedie van George Etherege (1634/35-1692), gentleman-schrijver die in kontakt kwam met het hofleven in het 17e-eeuwse Engeland, toen de welgestelden in weelde baadden, terwijl het volk door pest en armoede ten onder ging. Het is de tijd van de Restoration-comedies die zich afspelen in de kringen van de aristokratie die zich ver hield van het gepeupel. Het stuk Kleren maken de man van 1676 werd bewerkt door Nic. Brink, Hans Keller en Wilbert Bank. De hele galante intrige wordt geplaatst binnen een spiegelwand (de toeschouwer wordt a.h.w. een levensgrote spiegel voorgehouden: de situatie binnen Engeland in de 17e eeuw rijmt op de situatie binnen de wereld in de 20e eeuw). Boven de galante schertswereld van Sir Fopling Flutter met zijn maitresses en leeglopers, verschijnen op een verlichte telex de steeds stijgende cijfers van het aantal gestorvenen aan de pest in Londen. Belachelijk uitgedost zijn de dames en heren, die voor elkaar buigen en pralen, of achter de hand elkaar belasteren en belachelijk maken. Naar het einde van het stuk krijgt het geheel een eigentijdse draai, wat heel goed werkte, maar de prekerige aanklagende toespraak tot besluit was te veel voor mij. De bewerkers hebben het daar wel wat al te dik aangezet en hebben daardoor de intelligentie van het teaterpubliek onderschat. Dat hoefde van mij niet meer, het was dacht ik wel duidelijk genoeg geweest. Afgezien van dit gemiste schokeffekt op het einde was het een alleszins geslaagde en satirische bewerking, terwijl ook het spel van om slechts twee namen te noemen, Senne Rouffaer als Dorimant en Ton Lutz als Sir Fopling Flutter, en de mise-en-scene vindingrijk en grotesk waren.
Shakespeare in een spookhuis op de kermis, in een doolhof met griezeleffekten en jukebox, zo zou men het beste de bewerking van diens Spel der vergissingen, kunnen noemen, ook uitgebracht door Globe. Shakespeare bewerkte Plautus en waarom wij dan Shakespeare niet, zo moeten Ton Lutz en Krijn ter Braak hebben geredeneerd en ze deden het grondig met allerlei rare toestanden, knipperlichten, draaieffekten, undergroundmusic, schuivende kast-huizen, val- en smijtpartijen, kunst- en vliegwerk. Dat alles om het spel vol vergissingen rond de tweelingbroers met hun knechts in scene te zetten. Aanvankelijk zat men wat beduusd te kijken, maar gaande weg en vooral na de pauze als de verwarring ten top stijgt raakt men er steeds meer in. Het happy end ligt natuurlijk in het verschiet, het wordt dan een wat chaotische bedoening als iedereen en alles verschijnt om dit mee te vieren. Degenen die om Shakespeare naar het tèater zijn gekomen, voelen zich misschien bekocht, maar wie plezier wil beleven aan een bont spektakel, vol geestige vondsten en springlevend vertier zal er van genieten met een knipoog naar Shakespeare.
Voor beide voorstellingen tekende Nicolaas Wijnbergen voor dekor en kostuums.
Piet Simons