Armand Vanderlick.
De tentoonstelling van Armand Vanderlick, in de Galerij De Vuyst te Lokeren, heeft nog eens de aandacht gevestigd op het fraaie werk van deze teruggetrokken schilder. Geboren te St.-Jans-Molenbeek in 1897 wordt Vanderlick gemeenlijk en niet altijd geheel terecht tot de animisten gerekend. Deze animisten zijn, in onze kunstwereld, wel een beetje te veel op het achterplan gebleven. Van 1920 tot 1940 werden ze door de ekspressionisten (Permeke, De Smet, Servaes, Van den Berghe) in de schaduw gedrongen en na de tweede wereldoorlog werden ze door de nieuwe tendenzen de weg versperd.
Sedert 1928 in het Gentse gevestigd (een tijdlang verbleef hij aan de Leie) heeft Vanderlick zich nooit bekommerd om sukses of mode en is hij zijn stille weg gegaan, de weg van een waarachtig schilder, van een man die het heeft gezocht in versobering, in bescheiden kleuren (Rik Clement noemt hem de meester der zilverige grijzen) en in een voortdurende pikturale oplossing.
Schijnbaar probleemloos schildert Vanderlick zijn interieurs met figuren, zijn stillevens, zijn zee- en strandervaringen. ‘Zijn kunst heeft de grootsheid van het eenvoudige en de rust van een klare ordonnantie’, schrijft R. Clement. ‘Ze geeft vanwege de mineurtonen van het koloriet en de doordachte bladschikking een indruk van koelheid. In werkelijkheid is die koelheid voornaamheid; de voornaamheid van de beheerste emotie en de beheerste uitdrukking ervan.’
Jan D'Haese
Een typisch doek van Armand Vanderlick.