Zelfportret door Renaat Saey.
Vrouwelijk naakt door Renaat Saey.
dingen, de dieren, de groeisels, de mensen met wie hij zich direkt verbonden voelt.
Jaar na jaar heeft Renaat Saey gezocht naar de uitbeelding van een eigen sfeer, van een eigen klimaat, organisch en natuurlijk gegroeid uit zijn speciaal kontakt met de natuur, uit zijn kleine ontdekkingsreizen naar zee en op het land, uit zijn bijzondere liefde voor grillige vormen en voorwerpen, opgeraapt in het bos en aan het strand, uit zijn Zuidamerikaanse herinneringen, uit zijn kleurvondsten en uit zijn warm-menselijke bekommernissen.
Typisch in dat verband is een toelichting van de kritikus Fons De Vogelaere, die in het dagblad Vooruit handelt over de onlangs door Renaat Saey gehouden ekspositie in de Gentse Galerij Vyncke-Van Eyck: ‘Renaat Saey,’ schrijft De Vogelaere, ‘leert ons iets over de voor buitenstaanders nog vaak geheimzinnige overgang tussen natuurvoorbeeld en kunstresultaat. In een vitrine heeft hij allerhande objekten verzameld, die een duidelijk inzicht toelaten inzake z'n punten van belangstelling en inspiratie. Het zijn natuurprodukten, schijnbaar grillig, maar in feite funktioneel gevormd: gebeenten, schelpen, stenen, zwammen...
Deze kleine situering van Saeys inspiratiebronnen toont reeds de richting aan waarin we zijn schilderkunst moeten zoeken. Ze bevindt zich in de romantische domeinen van een imaginaire, onderzeese of onderaardse wereld. De kleuren zijn deze van verduisterde kristallen of fluorescerende koralen, de belichting is schaars en scherend. Ze verleent ook een paar vrouwentorso's een duistere sensualiteit. Saey blijft uitdrukkelijk de schilder van het welomschreven domein der organische makrofragmenten, waarmee hij zich kwasi-mimetisch is gaan vereenzelvigen.’
Dit woord ‘vereenzelvigen’ vinden we uitermate juist, omdat Saey zich werkelijk één voelt met alles wat hij op het doek brengt, omdat hij als het ware de voorwerpen, de landschappen, en de groeisels van binnen uit schildert, vanuit hun... ziel, vanuit hun aders, hun sappen, hun zenuwen, hun... eventuele verschrompeling en verdroging zelfs.
Nog een nadere toelichting vinden we bij A. Cavens in het dagblad La Flandre Libérale: ‘En marge des sentiers battus et rebattus, Renaat Saey parcourt ceux d'un petit univers bien à lui ou il découvre et recueille les éléments d'une vie étrange quoique réelle et avec lesquels, d'une part il s'est constitué un musée et d'autre part créé une vision personnelle, d'une réalité assez fantastique; servie par une technique d'une vaporeuse matité et un chromatisme assourdi, bléme, fauve et sulfureux; dans l'atmosphère ainsi suscitée se reconnaissent, comme en rêves calcaires, conques, champignons, fleurs, coraux, racines, étoiles de mer, squelettes d'insectes et d'oiseaux, respirant ou reposant dans une mystérieuse atonie.’
De techniek door Renaat Saey aangewend getuigt niet alleen van vakkennis, maar ligt bovendien in de lijn van zijn opvattingen, steunt om zo te zeggen de geest van zijn werk. Daar wezen we reeds vroeger op: ‘Saey heeft zijn temperament leren