aantekeningen en verslagen
7e Vlaamse kultuurdag te Ekelsbeke in Frans-Vlaanderen.
We moeten het instrument van onze streek, het Nederlands, kost wat kost proberen te beheersen. Ik vind het erg dat ik door de omstandigheden geen Nederlands spreek en hierdoor vaak zaken niet heb kunnen doen die ik had willen ondernemen. Tijdens de jongste wereldoorlog was ik van plan Nederlands te leren tijdens de bombardementen. De Engelsen hebben niet genoeg gebombardeerd, zodat ik er geen tijd voor gevonden heb. Dit verklaarde Mgr. H. Dupont, hulpbisschop van Rijsel, tijdens de middagzitting in de zaal Vander Sluys op 21 juli 1968, tijdens de 7e Vlaamse dag te Ekelsbeke. Er waren een paar honderd mensen in de zaal, veel Vlamingen uit België en een paar Nederlanders en een steeds groter wordende groep Frans-Vlamingen van ter plaatse.
Zijn toespraak was veruit de belangrijkste. Bisschop Dupont verklaarde verder nog dat het verkeerd is te menen dat wie geen Nederlands (Vlaams dialekt) meer spreekt in Noord-Frankrijk niet geïnteresseerd zou zijn in de Nederlandse kultuur. Men mag niet vergeten, zei hij, dat Rijsel een Vlaamse stad is, met een specifieke Vlaamse persoonlijkheid. Zoals de grens tussen Belgisch-Vlaanderen en Frans-Vlaanderen geen beletsel mag zijn om intens te gaan samenwerken, zo mag de grens tussen de vertranste en de nog Vlaamssprekende Westhoek in Frans-Vlaanderen geen werkelijke grens zijn. Niet alleen het taalelement is van belang in Frans-Vlaanderen. We mogen tenslotte niet vergeten, zei hij ironisch en bijzonder gevat ‘dat het Noorden ontstaan is op het moment dat het ophield het Zuiden te zijn’.
De middagzitting van deze Vlaamse dag was verder gevuld met de jaarlijks vertrouwde lezing van Pastoor Georges Decalf, voorzitter van de dag, van een aantal grappige, meestal zeer plastische Vlaamse spreekwoorden en gezegden die hij in de loop van een jaar uit de mond van zijn parochianen had opgetekend. De Frans-Vlaming Germain Dereu uit Borre zong Frans-Vlaamse volksliederen, zoals Als de grote klokke luidt, en Michiel Mispelon, hoofdredakteur van het tijdschrift Vlaamse Stam, orgaan van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, sprak over het belang van familiekunde en genealogie en verklaarde dat Frans-Vlaanderen integraal deel uitmaakt van de voor de Vlaamse familiekunde vooral interessante gebieden. Hij richtte ook een oproep tot de Frans-Vlamingen om samen te werken met de Vlamingen uit België. Die oproep bleek achteraf veel sukses te hebben.
Een belangrijk moment tijdens deze namiddagzitting was de prijsuitreiking voor de leerlingen van de vrije kursussen Nederlands in Frans-Vlaanderen door Mgr. H. Dupont. De hulpbisschop van Rijsel bracht hulde aan leraars en leerlingen en hij bedankte speciaal het Komitee voor Frans-Vlaanderen en André Demedts en Luc Verbeke, de grote promotors van geheel deze aktie. Hij verklaarde ook dat het Comité flamand de France, waarvan hij voorzitter is, in de mate van de mogelijkheden alles wil doen om het behoud van eigen taal en kultuur in Frans-Vlaanderen te bevorderen.
Na de middagzitting begaven de aanwezigen zich naar de tuin van het kasteel van Ekelsbeke. Een zwarte leeuw, met de wapenspreuk ‘Vaincre ou mourir’, wapperde op deze 21e juli hoog op de slottoren. In het kasteel was er een tentoonstelling van oud porselein, oude dokumenten en boeken en herinneringen aan de oorlog. En in een afzonderlijk schuurtje hingen een aantal foto's en kon men oude uitgaven van het Comité flamand de France aankopen. Een speciale attraktie vormde de permanente voorstelling waarin G. Van Ryckeghem en C. Moeyaert hun prachtigste dia's over Frans-Vlaanderen bekommenterieerden. Er speelde een lawaaierige Blaaskapelie, er werd gedronken en vooral veel gepraat. Een beetje weemoedig, want verweerd en verwaarloosd, keek het Indrukwekkende kasteel neer op wat in zijn tuin gebeurde. De zon verleende het geheel echter een atmosfeer van optimisme... precies zoals het Vlaamse koor tijdens de mis in de voormiddag de lange kerkelijke eentonigheid wist te doorbreken. In dit vlakke en droeve land was de Vlaamse dag een luidruchtige feestbel. Als de stilte inviel zullen de Frans-Vlamingen misschien met een beetje meer moed aan het werk zijn gegaan om hun land op alle gebied te doen heropleven.
Jozef Deleu