werd voor de hoogste klasesn van het middelbaar onderwijs, en mede een inzicht wil geven in de evolutie, niet alleen van de letterkunde, maar ook van de Afrikaanse taal.
Voor het overige volgt Zuidafrikaanse Letterkunde de reeds klassiek geworden indeling: de Eerste Afrikaanse Taalbeweging, de Tweede Beweging en de overgangsfiguren, de Dertigers, en daarna Veertig en Sestig. Het is daarbij logisch dat de meeste aandacht gaat naar wat het eigenlijke ‘wonder van Afrikaans’ uitmaakt: de verrassende opbloei vanaf Dertig en de aansluiting, in één generatie, bij de wereldliteratuur. De afstand tussen Langenhoven, Toon van den Heever en Visser enerzijds, en Van Wyk Louw, Eybers, Krige en Opperman anderzijds, is nauwelijks te meten. Deze bloemlezing illustreert het onverbiddelijk. Van de Dertigers en Veertigers zijn hier zeer bekende gedichten opgenomen (Die Beiteltjie, Hagar, Lied van die Fascistiese Bomwerpers, enz.), en bovendien ook sterke toneelfragmenten.
Wat later de Sestigers gebracht hebben kenmerkte zich niet door een verschil in kwaliteit, wel door een verschil in tonaliteit, in tematiek. Hier hadden een paar van de beste gedichten van Peter Blum niet mogen ontbreken, maar deze man wil met zijn Zuidafrikaanse verzen niets meer te maken hebben. (Misschien is hij van de andere kant te ‘zuinig’ om zijn twee bundels uit de handel te nemen?)
Overigens is hier voor het eerst sedert het ontstaan van de Afrikaanse letteren een generatie aan het woord die belangrijker proza schrijft dan poëzie. Het is uiteraard moeilijker daar in een antologie een duidelijk beeld van te geven. De teksten van Rabie, Leroux, Van Niekerk, Brink, De Vries zijn echter gelicht uit markante boeken die bij hun publikatie, nog niet zo lang geleden, deining en soms zelfs opspraak verwekten.
Het was een goed idee de verklaring te geven van moeilijke of ongewone woorden want de Afrikaanse dochter is haar Nederlandse moeder soms aardig ontgroeid. De voetnoten geven ook geregeld enige uitleg over feiten en figuren die hier niet of weinig bekend zijn. Deze bloemlezing verdient ongetwijfeld een ruime belangstelling.
Jan Deloof
Zuidafrikaanse Letterkunde, Bloemlezing met toelichting en woordverklaring, door Dr. F.E.J. Malherbe. Departement van Kultuursake, Pretoria.
Uitgave gebracht in het kader van de Nederlands-Belgisch-Zuidafrikaanse kulturele overeenkomsten en gesubsidieerd door de Zuidafrikaanse regering. Verspreid in België door Uitgeverij Meyers en Trefois, Pontstraat 50, Melle (Oost-VI.), en in Nederland door Uitgeverij H.W.R. Bekking, Amsterdam. Gedrukt bij Lannoo, Tielt. Omslagontwerp: Boudewijn Delaere. 383 blz.