Ons Erfdeel. Jaargang 12

Toneel in het teater van het Kasteel te Laken.

10 oktober 1968 werd een datum die m.i. in de geschiedenis van het Vlaams kultuurleven vermeld zal worden.

In het Kasteel te Laken werd immers het Koninklijk teater, dat sinds 1934 gesloten was, opnieuw in gebruik genomen.

Voor deze gala-opvoering werd een beroep gedaan op de Toneelkring Streven uit Mortsel, overwinnaar van het 34e tornooi van het Koninklijk Landjuweel.

Op deze plechtige voorstelling waren naast de leden van de Koninklijke Kommissie van toezicht op het Landjuweel ook de afgevaardigden van de kringen die de jongste jaren prijzen hadden verworven in de Landjuweelwedstrijden uitgenodigd. Daarenboven waren vele vooraanstaande personaliteiten uit de politieke en kulturele wereld aanwezig.

[p. 171]

Allen werden door de kulturele attaché van het hof, dhr. Putman, aan het vorstenpaar voorgesteld.

Deze gebeurtenis is m.i. uiterst zinvol. Niet zozeer de opvoering - hoe schitterend ook - is belangrijk maar wel het feit dat dit teater geopend werd door een Vlaamse kring en met een Nederlandse voorstelling. Dat alles wijst op een totale ommekeer in de hiërarchie van de waarden. Zo'n manifestatie bewijst dat men ook op het hoogste vlak heeft ingezien dat de zo waardevolle Nederlandse kultuur recht heeft op een ereplaats.

Dat alles zal vele Vlamingen genoegen doen en ik hoop van harte dat het koninklijk gebaar overal navolging zal vinden.

De opvoering van Jean Anouilhs De leeuwerik onder regie van Arnold Willems was, zoals reeds vermeld, voorbeeldig, een amateurvoorstelling van uitzonderlijk niveau, waarin alle facetten tot en met verzorgd waren.

De Toneelkring Streven verdient dan ook onze hartelijke gelukwensen. Deze vereniging heeft de kleuren van het amateurtoneel waardig, stijlvol en kranig verdedigd.

Rik Lanckrock