Ligendza: een ranke gestalte die met een geweldig innerlijke bezieling en scènische soepelheid akteerde. Haar glanzende stem bleef op alle niveaus even krachtig, toonzuiver, heider en voornaam. Ook Louis Hendrickx als Hunding, Eberhard Katz als Siegmund en Herbert Schachtschneider als Loge zorgden voor prachtige vertolkingen. Voor de zo belangrijke rol van Hagen had men met Nikolaj Gaubitsj een minder gelukkige keuze gedaan.
Naast die buitenlandse solisten hadden uit het eigen operagezelschap o.m. Paul Schotsmans als geknipte Mime, Mia Greeve als Erda, Marie-Louise Hendrickx als Sieglinde, Robert Van Helvert als Gunther en Maria Verbruggen als een echte Wagneriaanse Fricka zich op een voortreffelijk peil geplaatst, dat dit festival waardig genoemd mag worden.
Het zwaartepunt in Wagners muziekdrama ligt niet uitsluitend op de scène bij de zangsolisten; ook het orkest, ‘de hoofdakteur in Wagners drama's’, vormt een integrerend bestanddeel van het zgn. woordtoon-drama: het schildert de atmosfeer, bekommentarieert het gebeuren, verscherpt de gevoelsuitingen en ontsluit de diepste zielskonflikten. Onder leiding van Frits Celis miste het orkest in Rheingold een gave start. Gelukkig herstelde het zich volkomen in Die Walküre.
Afgezien van een te zwakke hoornpartij, zorgde het orkest in de laatste drie delen van het vierluik voor een verzorgde en genuanceerde uitvoering: zelden lawaaierig of opdringerig, bijna steeds een juist gedoseerd evenwicht met duidelijke aksentuering van de leidmotieven. Wie bovendien weet dat dirigent en muzikanten slechts over enkele schaarse repetitie-uurtjes konden beschikken, die krijgt zelfs hoge bewondering voor die prestatie. Wanneer gaan de officiele, ‘bevoegde’ instanties eindelijk kunsteisen boven syndikale of budgetaire normen plaatsen?
Met de laatste opmerking hebben we dan toch even de ‘grieventrommel’ geopend. Wil men een achttienkaraatse festivalverklanking aanbieden, die over de hele lijn het hoge niveau van de buitenlandse muziekfeesten evenaart, dan mag men op geen enkel terrein toegevingen of onvolkomenheden dulden. Door o.m. het aantal repetities van het hele gezelschap aanzienlijk te vergroten, zou men ook de laatste zwakke plekken kunnen wegsnijden, zou het koor, dat in Götterdämmerung amper tien minuten hoeft te zingen ook de Duitse tekst kunnen instuderen, zou de regie verlevendigd en versoepeld kunnen worden, zouden de instrumentale groepen volkomen op elkaar ingespeeld geraken en hun inzetten zonder aarzeling kunnen treffen.
Alles bij elkaar kregen de talrijke toehoorders dank zij de festivaluitgave een bijzondere voorstelling met verscheidene glansrijke hoogtepunten, en terecht mag men getuigen dat Der Ring des Nibelungen zelden zo zuiver Wagneriaans heeft geklonken als tijdens het voorbije teaterfestival.
Hugo Heughebaert