Doorzichtige vrouw, door Francis Picabia.
Ontdekking (1927), door René Magritte.
zijn tenslotte aan Chirico schatplichtig geworden:
Max Ernst (die zelf de opening bijwoonde),
Yves Tanguy, René Magritte, Salvador Dali. Ze hebben dit initiële inzicht van de Chirico allen op hun eigen wijze, volgens eigen aanvoelen en ook met hun eigen plastische en pikturale middelen verwerkt. Allen hebben ze echter wel steeds vastgehouden aan de droom, aan het zogenaamd onderbewuste, dat werkelijker zou zijn dan de vatbare en aanvoelbare werkelijkheid. ‘De droom’ is overigens een van de toppunten van deze tentoonstelling; het is meteen een van de hoofdmomenten uit het werk van Dali.
Maar het surrealisme had ook een andere bron, het werk namelijk van een drietal andere voorlopers, die vreemd genoeg niet als eigenlijke, autentieke surrealisten of altans niet uitsluitend aldus kunnen worden geïnterpreteerd Wij bedoelen Marcel Duchamp met zijn fameuze werk La mariée mise à nu par ses célibataires, même; Francis Picabia, dichtervriend van Apollinaire, schilder, dandy en agitator en tenslotte Man Ray, die eigenlijk vooral een humoristische uitvinder is en bijvoorbeeld op het gebied van de artistieke fotografie een echte baanbreker is geweest.
Er was ook een germaanse inbreng die, bij de aanvang altans, iets van het romantisme probeerde over te bruggen naar de nieuwe richting: Max Ernst deed dit met zijn magische woudgezichten, bevolkt met de meest bizarre dieren en vogels vooral. Hans (of Jean) Arp hoort poëtisch bij het surrealisme in den beginne toch, maar later zal hij de konkrete kunst van een Mondriaan volgen. Ook van deze beiden zijn er te Knokke enkele bijzonder mooie werken te bekijken, speciaal dan van Arp, zijn Tête-moustache en zijn stralend witte Equilibre floral.
En tenslotte hebben bepaalde dichters heel wat bijgebracht om de richting van binnenuit te funderen. Wij denken hier bijv. aan André Breton zelf met zijn ‘cadavres exquis’-reeksen, die eigenlijk getekende of met papier gevouwen gedichten zijn, Paul Eluard, die met Breton en Aragon de beweging heeft gesticht, Jacques Prévert, met vreemde kollages, en tenslotte Raymond Queneau, dichter, romancier en filosoof, eveneens met kollages.
In het Casino te Knokke kan men van al deze mensen bijzonder mooie en autentiek surrealistische werken bekijken, waarbij men zelf, al was het maar zoekende naar de zin of de aanhef van de gewrochten, aan het dromen slaat en ekstravagante ‘uitvluchtjes’