Moeder en kind door George Minne.
Opwekking van Lazarus, 1911, door Albert Servaes.
ook een teruggrijpen naar de Vlaamse primitieven die in 1902 te Brugge in een grote tentoonstelling als het ware voor het eerst met de eigentijdse kunstenaars werden gekonfronteerd. Inhoudelijk meer dan vormelijk zijn deze Latemse kunstenaars onder te brengen bij wat men symbolisme zou kunnen noemen. Aan het hoofd van de groep staat beeldhouwer
George Minne. Zijn skulpturen zijn ingekeerd, zelfs ekstatisch, vertederd, gaaf, beangstigd soms, vertwijfeld en stil. Hetzelfde kan men zeggen van de schilderijen van
Gustave Van de Woestijne, wellicht de meest autentieke symbolist die wij hier hebben gekend. Zijn schilderijen, die vorig jaar in een grote tentoonstelling te Mechelen velen hebben verbaasd, zijn naar het woord van Emile Langui
‘een gelukkig mengsel van mysticisme en realisme, van narcisme en humanisme’. Op de tentoonstelling te Brugge waren er maar vier van zijn werken, maar vier belangrijke, vooral de
Judaskus (1937) en het zeer grote werk
Onze Lieve Vrouw geeft de Rozenkrans, een werk uit de kerk van Sint-Martens-Latem. Men zal bij
Valerius de Saedeleer wel ver naar symbolisme moeten zoeken; hij is een landschapschilder, wel met enige kosmische vizie, maar of het de schilder werkelijk te doen was een geestelijke inhoud te leggen hierin, geloven wij niet.
De provincie West-Vlaanderen heeft onlangs twee werken van Albert Servaes aangeworven: Sursum Corda en Opwekking van Lazarus, beide uit 1911. Twee bijzonder mooie schilderijen, die al de ekspressionist aankondigen, maar die toch beheerst en bezonnen aandoen. In het laatste vooral, waar alle ogen op het mirakuleus gebeuren zijn gericht en waar de hoge gestalten en de hiëratische gebaren haast een romaanse bijklank krijgen, vinden wij werkelijk symbolisme terug. Ook de vijf werken van Felix De Boeck, een van de grootste kunstenaars die wij momenteel in dit land tellen, zijn volop symbolistisch. ‘God is het absolute en het absolute brengt kontemplatie, wat de negatie is van de kunst... Hoe meer men het Absolute tracht te benaderen, hoe meer het beeld vervaagt en verdwijnt’ heeft De Boeck eens verklaard voor de tv. Dit is een sleutel op zijn werk, maar ook op de symbolistisch-religieuze ondergrond ervan die in De bruidskus, Golgotha, Eucharistie e.a. volop aanwezig is. De tentoonstelling te Brugge bracht nog andere werken die onder het symbolistische hoedje werden gevangen: Jakob Smits (momenteel een schilder die qua quote een werkelijke hausse beleeft) met twee kleine akwarellen en twee zeer mooie olieverfschilderijen Pieta's, Eugène Laermans die de inhoud