in de rand
andré demedts ● kortrijk
De laatste tijd is het ons opgevallen, dat de neiging bestaat om het begrip Frans-Vlaanderen te verengen. Men denkt dan uitsluitend aan het deel dat door de Fransen la Flandre flamingante wordt genoemd: de vierhoek die het arrondissement Duinkerke omvat, geklemd tussen de Noordzee, de A, de Leie en de grens met West-Vlaanderen.
Het is begrijpelijk genoeg dat dit gebeurt, want die Westhoek is het enige stuk van de Nederlanden in Frankrijk, waar de oude moedertaal nog door de bevolking wordt gesproken. Daarbij lijkt de naam Westhoek wel verwarrend, aangezien hij uit Frans-Vlaanderen zelf bekeken, het noordoostelijk gedeelte van het land bestrijkt. Hij was slechts Westhoek in de juiste zin van het woord, zolang het gebied nog tot het graafschap Vlaanderen behoorde, dat betekent tot drie eeuwen geleden.
La Flandre gallicante, met Rijsel als hoofdstad, is niet minder met ons verwant, hoewel de Nederlandssprekenden die er wonen niet zeer talrijk zijn. Met de slagzin ‘De taal is gans het volk!’ heeft Prudens Van Duyse nooit iets anders bedoeld dan: de taal drukt het wezen en zijn uit van een geheel volk en alle delen, klassen en standen van een volk zijn door hun gemeenschappelijke taal met elkander één. Maar het gebeurt dat, waar de taal verdwijnt, dikwijls onder druk van buiten, de andere elementen van een volksbewustzijn bewaard blijven. Dat is in Ierland het geval. Het bestaat ook in het Franssprekende deel van Frans-Vlaanderen.
Met alle middelen waarover wij kunnen beschikken, moeten wij, zonder de Westhoek te verwaarlozen, onze betrekkingen met la Flandre gallicante uitbreiden. Rijsel is het ekonomische en kulturele zwaartepunt van Frans-Vlaanderen en wij zijn ervan overtuigd dat de mogelijkheid tot ontmoeting en gesprek, tot verstandhouding en samenwerking er niet minder aanwezig is dan in de Westhoek.
Van verschillende zijden zijn onlangs uit het Rijselse stemmen opgegaan, die op toenadering aandringen en de idee naar voren brengen van een ekonomische eenheid, die het oude graafschap Vlaanderen, met zijn havens aan de Noordzeekust en zijn industriële zones aan Schelde, Leie en Deule zou omvatten.
Meer en meer is het nodig dat die opvattingen in ruimere kring doordringen en dat zij onderwerp van studie en onderzoek worden. Ze dienen uit het rijk van de teoretische beschouwing in de alledaagse werkelijkheid hun weerslag te krijgen. Daarom roepen wij de hulp in van velen, uit alle maatschappelijke kringen, ook de hulp van de jeugd om op dit gebied toch één konkrete opdracht te vervullen. Wie kan en wil helpen gelieve zich kenbaar te maken of naar Waregem te komen op de 21e Frans-Vlaamse Kultuurdag op 25 augustus e.k., waar 's morgens in de sektievergaderingen gelegenheid zal zijn tot rustig overleg.