de nederlandse literatuur in skandinavië
jan f. de zanger ● barchem, nederland
Voor degene die dagelijks met de Nederlandse en de Skandinavische literaturen omgaat, ligt het voor de hand ook in de Noordse landen eens een boekwinkel binnen te stappen en aan de boekhandelaar te vragen welke vertaalde Nederlandse romans hij in voorraad heeft. Het is mij in verscheidene winkels overkomen, dat ik na die vraag vol trots mee werd genomen naar de hoek waar de vertaalde literatuur uitgestald stond, waarop een breed armgebaar naar een inderdaad aanzienlijke reeks Nederlandse namen wees: Hans Martin met zes of zeven titels, Willy Corsari met vier of vijf titels, Jan de Hartog met een gelijk aantal, en Han B. Aalberse met alle drie de delen van Bob en Daphne. Meer was er meestal niet aanwezig. Een enkele keer trof ik, vooral in de afdeling in prijs verlaagde boeken, nog aan: Marnix Gijsen (Het boek van Joachim van Babylon) en Antoon Coolen (De Drie Gebroeders). Bij navraag bleek men in Zweden nog op een andere naam te kunnen komen, namelijk die van Simon ‘Westdiek’, die een paar keer genoemd is als kandidaat voor de Nobelprijs voor literatuur en van wie men meende dat er wel een paar titels in het Zweeds vertaald waren; die bleek men echter niet in voorraad te hebben. Van Nederlandse dichters bleek men geen enkele naam te kennen - ook niet te herkennen trouwens.
Wil dat zeggen dat de Nederlandse poëzie van mindere kwaliteit is dan die van andere landen? Geenszins. Ook hier hebben we weer te maken met de zo moeilijk te nemen barrière van de minder bekende taal. De belangstelling voor de kulturele uitingen van andere landen is in Skandinavië in ruime mate aanwezig, maar er zijn te weinig vertalers - of te weinig vertalers die zich vertrouwd genoeg voelen met de lyriek om zich daaraan te wagen.
Door een toeval kwam ik in 1960 in kontakt met de Deense dichter Erik Stinus. Onafhankelijk van elkaar waren wij op het idee gekomen, dat de korte roman De Metsiers van Hugo Claus het verdiende in het Deens vertaald te worden, en het was Hugo Claus die ons toen bij elkaar bracht. Die kennismaking heeft geleid tot een hechte samenwerking bij het vertalen van moderne Nederlandstalige poëzie in het Deens. In Deense literaire tijdschriften en in radioprogramma's presenteerden wij achtereenvolgens: Hugo Claus, Hans Andreus, Bert Voeten, A. Roland Holst, Karel Jonckheere, Lucebert, Gerrit Kouwenaar, Remco Campert, Sybren Polet, Guillaume van der Graft, Jan Elburg, Paul Snoek, J. Bernlef, Ellen Warmond, Hans Sleutelaar en Cornelis Bastiaan Vaandrager.
Toen Stinus en ik de Deense uitgever Jarl Borgen benaderden met de vraag of hij niet een bloemlezing uit de moderne Nederlandse poëzie wilde uitgeven, deelde hij ons mee, dat hij van Geerte de Vries, lektor Nederlandse taal- en letterkunde te Kopenhagen, een dergelijke vraag had gekregen voor een bloemlezing uit de Nederlandstalige Belgische poëzie. Een kombinatie van beide projekten lag voor de hand, maar bleek onmogelijk te zijn door de subsidiepolitiek van de beide regeringen. In de loop van dit jaar of het volgende zullen nu twee bundels verschijnen onder de titel Poëzie der Lage Landen I en II.
In Zweden is in februari 1968 een uitvoerige bloemlezing uit de moderne Nederlandse poëzie verschenen onder de titel Med andra ögon (met andere ogen). Deze antologie is gedrukt in een oplage van 3000 eksemplaren en samengesteld en vertaald door de Zweedstalige Finse dichter Sebastian Lybeck en mij.
Hieronder volgen enige proeven van vertalingen, waarbij ik met opzet gedichten gekozen heb, die ik - zij het met andere ‘compagnons’ - zowel in het Deens als het Zweeds vertaald heb.