IBLA, Revue de l'Institut des Belles Lettres Arabes à Tunis.
IBLA is een in het Frans gesteld, Tunesisch tijdschrift dat zich blijkens zijn ondertitel aan de Arabische letteren wil wijden, maar dat feitelijk geheel het Arabische kultuurleven in de Maghreb blijkt te bestrijken. Zo is in het dubbelnummer van midden 1967 slechts één literair artikel opgenomen, over de dichter en grammatikus Hâzim al-Qartâgannî, terwijl een hele reeks bijdragen handelen over de gezinsverhoudingen in Tunesië. Een ervan (zeer lezenswaardig!) is van de hand van een pater met een onloochenbaar Zuidnederlandse naam: André Demeerseman, direkteur van het blad.
Misschien is dit de verre reden waarom hier ook een artikel gepubliceerd wordt over ‘Tvoyage van mher Joos van Ghistele’, samen met een Franse vertaling van de delen uit dit reisverhaal die betrekking hebben op het land dat nu Tunesië heet.
De schrijvers ervan, Jan Bauwens en Leon Verplancke, hebben zich beslist niet aan chauvinisme schuldig gemaakt: ze laten over de tekst van Joos van Ghistele zowel een kritiekloze Jules de Saint-Génois als een zeer skeptische Prof. Robert Brunschvig aan het woord. Deze laatste gaat zelfs zo ver dat hij zich afvraagt of de Gentenaar Van Ghistele op zijn tocht Noord-Afrika wel aangedaan heeft, en zijn kapelaan Zeebout niet gewoon het oudere reisverhaal van de Bruggeling Adornus heeft laten plagiëren. Hoe dan ook, deze oude telkst zal wel zijn charme hebben voor de huidige bewoners van Tunesië; ons kan hij bovendien nog leren dat anno 1485 deze hoveling van Karel de Stoute en magistraat van de stad Gent zijn reisverhaal niet in het Latijn publiceerde, en niet in het Frans, maar in het Nederlands. De eenvoud en de zuiverheid van de stijl zijn toe te schrijven aan kapelaan Ambrosius Zeebout.
Tenslotte nog dit, al loop ik langzamerhand het gevaar de indruk te wekken dat ik met een dwangidee behept ben: waarom wordt voor moeilijk te vertalen woorden verwezen naar Verdam's ‘Middelnederlands Woordenboek’, maar hebben de auteurs het anderzijds zelf over ‘l'original flamand’ en ‘la langue flamande’? Dat baron Jules de Saint-Génois het hen heeft voorgedaan, is geen afdoende reden om hier die verkeerde benaming opnieuw te gebruiken.
Jan Deloof
‘IBLA’, Revue de l'Institut des Belles Lettres Arabes à Tunis, Rue Jamaâ El Haoua, Tunis. - 1967, 2-3, nr 118-119.