met heel wat foto's en illustraties, waar de kultuurbewuste lieden van de streek voorzeker gelukkig mee zijn!
Toch is het wel even wennen aan de formule. Want in een bonte mengeling krijgen we hier kriskras door mekaar: gedichten, kulturele berichten, bijdragen van toeristische, heem- of geschiedkundige, ekonomische of artistieke aard, en zelfs kursiefjes. Bijna een soort volksalmanak, maar dan met enkele inzendingen van professors aangevuld en heel wat beter uitgegeven dan wat wij op dat gebied gewoon zijn.
De ‘Dreiländereck’ staat centraal in de keuze van de bijdragen, maar er werden eveneens stukken opgenomen die met Eupen-Malmedy-St.-Vith niets anders gemeen hebben dan de geboorteplaats van hun auteur. Zodoende is het niet te verwonderen (en tenslotte zijn de Oostkantons nog maar sedert een paar generaties Belgisch grondgebied) dat heel wat medewerkers in de Bondsrepubliek verblijven of er onlangs overleden zijn. De ‘schreve’ heeft er blijkbaar nog niet dezelfde rol gespeeld als in Frans-Vlaanderen. (Was Frans-Vlaanderen nog maar in staat op eigen kracht en in de eigen taal een jaarboek van dat niveau te publiceren!)
Ik zal niet gaan beweren dat de literaire bijdragen mij sterk zullen bijblijven, of dat ik het bijzonder op prijs stel dat de algemene toon van het jaarboek zo braaf gehouden is. Toch lijken me een paar, vooral historische bijdragen van meer dan regionaal belang (Drees, Willems) en de pittige jeugd- en reisherinneringen van Josef Ponten kan ik echt wel waarderen.
Het boek eindigt met een berijmde satire van Jean Vilvoye, in het dialekt van de streek. Het zou mogelijk zijn urenlang te diskussiëren over de vraag of deze tekst, afgezien van de spelling, nu eigenlijk Duits is, of Nederlands! Intussen vordert de verfransing zonder ophouden.
Jan Deloof
‘Jahrbuch Eupen Malmedy St. Vith, für Geschichte, Wirtschaft und Kultur’, November 1967, 221 pagina's. 200 BF. - Uitg.: Wissenschaftliches Archiv, Bad Godesberg-D.B.R. - Voor België te bestellen bij Karl Janssen-Hauzeur, Judenstrasse 83, Eupen.