nelen, bijzonderheden over de direkties, de samenstelling van de gezelschappen, de repertoires en rolverdelingen van de volgende groepen: Koninklijke Nederlandse Schouwburg te Antwerpen, Koninklijke Vlaamse Schouwburg te Brussel, Nederlands Toneel te Gent, Reizend Volksteater te Antwerpen, Jeugdteater te Antwerpen, Belgische Radio en Televisie, Nederlands Kamertoneel te Antwerpen, Beursschouwburg te Brussel, Mechels Miniatuurteater, Teater Antigone te Kortrijk, Korrekelder te Brugge, Brussels Kamertoneel, Fakkelteater te Antwerpen en Volksteater Vertikaal te Merelbeke, registers van auteurs, toneelstukken, radio- en televisiespelen, direkteurs en regisseurs.
Een keurige inhoud, die sober en stijlvol werd geprezenteerd.
Een eerste woord van lof voor de mooie band, de lay-out en de voortreffelijke illustratie. Vervolgens felicitaties voor de indeling. Vooral echter een woord van oprechte dankbaarheid omdat het jaarboek er dan toch doorgekomen is en omdat de proef bevredigend is.
Tenslotte een paar aanmerkingen.
Persoonlijk meen ik dat meer en diepgaander bijdragen over allerlei facetten van het teaterleven in zo'n werk noodzakelijk zijn. Tans mist het geheel gebondenheid en diepgang. Voor mijn gevoel heeft deze uitgave te veel het aspekt van een luksueuze programmafolder. Dit is onmiskenbaar het gevolg van een gebrek aan evenwicht tussen het dokumentatiemateriaal, dat overvloedig is - terecht trouwens - en de beschouwingen, die niet uitgebreid genoeg zijn. Voor de informatie (in elk geval voor de rolverdelingen) had men beter een kleiner lettertype gebruikt. In deze editie worden hieraan te veel bladzijden besteed.
Ik betreur het ontbreken van drie ensembles: het Arcateater (Gent), het Eksperimenteel Werkteater (Deurne) en Toneel Vandaag (Brussel), de eerste twee gaven geen gevolg aan de uitnodiging van de redaktie (hoe is dat mogelijk?), de laatste zag vrijwillig af van een toezending (wat betreurenswaardig is).
Hieruit volgt dat de redaktie niet volledig verantwoordelijk is voor de leemte. Niettemin meen ik dat men alles in het werk had dienen te stellen om aan de hand van programma's, tijdschriften en persknipsels de vereiste dokumentatie samen te brengen.
Ongetwijfeld werd er met zorg gewerkt aan deze uitgave. Toch slopen nog vergissingen in de tekst: twee produkties van K.V.S.-Brussel werden vermeld onder de rubriek van K.N.S.-Antwerpen, onnauwkeurigheden in de schrijfwijze van namen (o.m. Gysselinck i.p.v. Eysselinck, Verstraete i.p.v. Verheyden, Van Marckhoven i.p.v. Van Morckhoven).
De illustratie is lang niet kwaad, maar meer foto's lijken mij gewenst en dan liefst afbeeldingen, waarbij ook de dekorbouw tot uitdrukking wordt gebracht.
Tenslotte ben ik van oordeel dat het materiaal, vertrekt door de schouwburgdirekties, kritischer diende verwerkt te worden en dat er in de volgende edities naar meer eenvormigheid zou dienen gestreefd te worden bij het vermelden van de technische bijzonderheden.
Deze aanmerkingen doen geenszins afbreuk aan de uitzonderlijke verdiensten van deze uitgave en ik stel er derhalve prijs op allen, die hierbij betrokken waren, van harte te feliciteren met deze eerste aflevering, die een opmerkenswaardig eksponent is van de grondig gewijzigde toestanden in de Vlaamse teaterwereld.
Het jaarboek kost 100 BF (f 7) en is verkrijgbaar in de schouwburgen of op het redaktiesekretariaat.
Rik Lanckrock