Neerlandistiek in Engeland.
Op 11 december 1967 vergaderde te Londen het ‘Committee for the promotion of Dutch studies’ o.l.v. Dr. J.H. van Roijen, Ambassadeur der Nederlanden. De vergadering werd o.m. bijgewoond door Lord Annan, Provost of University College, Mrs. Chilver, Principal of Bedford College, de heren Braaksma, Van Dalsen en Blancquaert, respektievelijk van de Nederlandse, Zuidafrikaanse en Belgische Ambassades te Londen, en de professoren Hurstfield (Historie), Weevers (Nederlandse taal- en letterkunde) en Swart (Nederlandse Geschiedenis).
De Nederlandse professoren hebben op deze bijeenkomst verslag uitgebracht over hun respektievelijke leeropdrachten in Bedford College en University College. Hieruit blijkt dat er in 1966-67 elf tot vijftien studenten de kursussen van Nederlandse geschiedenis en instellingen van Prof. Swart hebben gevolgd en dat de grootste belangstelling uitgaat naar de 15e en de 16e eeuw. De taalkursussen van Prof. Weevers worden regelmatig gevolgd door de studenten Duits en enkele ‘medievalisten’.
Uit de formule van deze jaarlijkse bijeenkomst waarbij zowel België als Nederland betrokken wordt, blijkt dat langzamerhand iets aan het veranderen is bij onze officiële vertegenwoordigers in het buitenland. Het is een bijzonder positieve evolutie die uiteindelijk de studie van onze taal- en literatuur ten goede zal komen.
Jozef Deleu