Ons Erfdeel. Jaargang 11

Officiële Kursus Nederlands voor Duitse leraars in Nederland (1968).

Te Lochem, in de Nederlandse provincie Gelderland, heeft zopas een bijzondere gebeurtenis plaats gehad. Een vijftiental Duitse leraren Nederlands hebben er op uitnodiging van het Nederlandse Ministerie van Onderwijs een studieweek doorgebracht. Zulke studieweken zijn trouwens heel normaal voor Nederlandse leraars Duits in Duitsland. Zoals bekend heeft het Duits een vaste plaats op de Nederlandse lesroosters en het wordt praktisch overal onderwezen, terwijl het Nederlands in Duitsland slechts aan enkele scholen onderwezen wordt.

In welke mate het Nederlandse schoolstelsel van het Duitse verschilt, werd de deelnemers uit Duitsland al vlug duidelijk, toen de heer Drewes van het ministerie in Den Haag en tevens leider van de kursus te Lochem, de studieweek inleidde met zijn voordracht over ‘Het onderwijs in Nederland’. Het bleef echter niet bij zulke teoretische beschouwingen, want er was ook in bezoeken aan de modelscholen te Lochem voorzien, waar de Duitse gasten konden hospiteren en ook zelf les geven, in zover zij tot ‘groep c’ - d.i. de meest gevorderde groep - behoorden.

[p. 134]

Duitse leraars Nederlands te Lochem (Nederland).

Tijdens een bezeek aan deze school te Lochem had een debat met de Nederlandse leerlingen plaats die van alles wilden weten, bv. over de NDP, de Duitse hereniging, Silezië enz. Dezelfde open en vrijmoedige atmosfeer heerste ook bij de voordracht van de heer Combecher, voorzitter van de Kring Duitse Leraars Nederlands, over hoe Nederlanders en Duitsers elkaar zien. Andere belangrijke voordrachten waren daarnaast: de voordracht van de heer Moora, direkteur van het Lochemse schoolcentrum, over de Nederlandse Mammoet-wet die in de herfst 1968 in het onderwijs van kracht wordt, en de voordracht van prof. dr. Vermeeren uit Keulen, getiteld: ‘Spiegel der Nederlandse Filologie, doeleinden en mogelijkheden’. De heer Bruins kwam over grammatikale verschillen tussen het Duits en het Nederlands spreken en de heer Hadderingh had het over het Polderland. Vooral dit onderwerp, - water in Nederland - boeide de deelnemers sterk, als één van de grootste kulturele prestaties ter wereld, een volwaardige komponent naast de andere komponenten in de Nederlandse beschavingsgeschiedenis. Tenslotte weze nog een korte inleiding over het Friese taalgebied in Nederland vermeld.

Zal de volgende kursus in Vlaams-België plaats hebben?

Op de laatste avond zagen de kursisten nog een blijspel in de stadsschouwburg te Enschede, alvorens hun werk voor het Nederlands in het Duitse lager of middelbaar onderwijs na een soms drukke, maar zeer interessante en geslaagde week, te hervatten.

Josef Kempen