een Vlaams gezin met drie schoolgaande kinderen in een Nederlandstalige school in Kongo een bedrag van 36.000 BF (± f 2.500) aan schoolgeld. Nu blijkt dat dit bedrag nog niet eens voldoende zal zijn om de kosten te dekken, tenminste indien het Ministerie te Brussel zich houdt aan het met het ‘Belgisch Kultureel Verbond’ gesloten akkoord.
Bepaalde maatschappijen passen voor hun tewerkgestelden bij, maar niet iedereen werkt bij een grote maatschappij. Ook de gezinnen die er in het kader van de Belgische technische bijstand verblijven, moeten het schoolgeld geheel uit eigen zak betalen. Het gevolg is dat veel ouders hun kinderen in België achterlaten of de zware financiële inspanning niet kunnen opbrengen om hun kinderen onderwijs in het Nederlands te laten volgen. Volgens recente cijfers en informaties is het nu al duidelijk dat i.v.m. Nederlands onderwijs voor ingeweken Nederlandstaligen in Kongo, de toekomst niet erg rooskleurig is. Het gaat in Kongo niet om een handvol Nederlandstaligen. Men stuurt er vanuit Brussel blijkbaar op aan om zo vlug mogelijk van deze lastpost bevrijd te zijn. Of het echter verantwoord is zo'n houding aan te nemen, is voor mij geen open vraag. Het is nu reeds zo ver dat de bevolking van de franstalige privé-school te Kinshasa vier keer zo hoog ligt als die van de Nederlandstalige. Ik signaleer deze gegevens omdat zij eens te meer wijzen op het feit dat ondanks enige kentering het Ministerie van Buitenlandse Zaken te Brussel in hoofdzaak propagandist blijft van de Franse kultuur. De anderen zijn blijkbaar geen Belgen. Waarvan akte!
Een andere gebeurtenis stemt ook tot nadenken. Op 14 augustus 1967 werd te Kinshasa voor de Belgische Ambassade gemanifesteerd. Het informatiecentrum werd geheel geplunderd. Dit informatiecentrum beschikte over een voortreffelijke biblioteek met hoofdzakelijk werken van Franstalige en Nederlandstalige schrijvers uit België. Er was ook een diskoteek. Het informatiecentrum werd druk bezocht door zwart en blank. Men kon er gratis boeken en platen lenen en men kon er inzage krijgen van dagen weekbladen en de voornaamste periodieken uit België. Hoewel de Kongolese regering verzekerde de schade te zullen vergoeden is het Ministerie van Buitenlandse Zaken te Brussel niet van plan het informatiecentrum weer in te richten. Hiermee ontneemt men niet alleen de emigranten een mogelijkheid om met het moederland in kontakt te blijven, maar ook de plaatselijke bevolking moet het verder stellen zonder informatie over allerlei uitgaven uit België. Men moet daarbij bedenken dat in Kinshasa alleen al 15.000 buitenlanders verblijven. Dit heeft tot gevolg dat men zich tot andere ambassades wendt voor informaties op kultureel gebied, zodat vooral voor de Nederlandstalige uitgaven geen ‘acte de présence’ meer mogelijk is.
In de ‘Boulevard du 30-juin’ te Kinshasa heeft het Duitse ‘Goethe-Institut’ een uniek kompleks staan, waarin maandelijks rijkgevulde programma's i.v.m. Duitse kultuur in de breedste zin worden gepresenteerd. Van Belgische zijde wordt er niet aan kultuurpolitiek gedaan. Het ergste is niet dat de Franstalige Belgen hun licht gaan opsteken bij de Franse Ambassade; véél erger is dat de Nederlandstaligen gewoon geen enkel steunpunt meer hebben. Om van de invloed die van zo'n kultureel centrum kan uitgaan nog niet te gewagen. Voor mij eens te meer een bewijs dat wij in België nog niet aan kultuurpolitiek toe zijn. Natuurlijk moet de Nederlandse kultuur daarvan steeds het slachtoffer zijn.
Jozef Deleu