Ons Erfdeel. Jaargang 11
(1967-1968)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 114]
| |
frans-vlaamse taaltuin
| |
[pagina 115]
| |
spreekwoorden en zegswijzen. Daarom kopieer ik hier een los verhaal dat ik in ons schriftje aantref; ik bewaar de spelling en de interessante schrijftaalvorm!
Eenen vremden heer, eens herbergende ten huyze van F.M. tot Rubrouck zag door de vensters op het kerkhof kruyssen en graeven.Ga naar eind(2) Hy vraegde: Wel, Baes, 't schynt dat men hier ook dood gaet in deeze streek. - M'en doet, Mynheere, men sterft hier niet, hernam F. - Wel, wat zyn dan al die graeven en kruyssen? - Het zyn de graeven en kruyssen van enige opyneryks die niet meer wilden eeten, zeyde Francis. (En eylaes Francis heeft ook van dit getal geweest).
Ik hoop dat alle lezers deze tekst zullen begrijpen. Eén woord is vreemd, ook voor Westvlamingen, waarschijnlijk van Franse herkomst, nl. opyneryk, misschien wel iemand met een eigen opinie, Fr. opiniâtre.
In het vorige taaltuintje boeide ons de vraag of dei ooit gebruikt werd of nog wordt in Zuid-Vlaanderen. De vraag wordt nu nog boeiender doordat in dit schriftje onverwacht een parallel geval opduikt, nl. wei voor weg (vgl. Engels way, zoals dag/deg t.o. day...)
D'heeren draegen 't mee (uitgesproken: mei, C.M.)
En de boeren smyten 't wey
D.w.z. gooien het weg. Ik laat bij voorkeur Verclytte zelf het antwoord geven op dit raadseltje: D'eerste snuyten den neus in eenen doek; d'ander met de vingers.
In O.E., IXe jg., blz. 123, heb ik iets genoteerd wat ik vaak gehoord heb i.v.m. een Vlaamse tekst op een kapelletje, of in een boek: ‘'t Is in 't Vlams d'r op etikt’. Dat etikt kon ik toen niet verklaren. Dank zij een zegswijze uit Verclyttes schriftje meen ik het nu gevonden te hebben. Hij vertelt dat de klanten in het café al lachende zeggen:
Haelt den kelder boven en teekt vier pond.
D.i. haal al de drank uit je kelder boven, en teek (teken op) vier pond, nl. pond als munteenheid. In Verdams Middelnederlands handwoordenboek ontdek je teken = tekenen, nl. o.m. optekenen, tekenen of schilderen, enz. Jammer genoeg staan de hoofdtijden er niet bij, maar die zullen wel regelmatig zijn: teekte geteekt. In het Westvlaams treedt dan natuurlijk de Umlaut op: tikte getikt.
In de laatste tijd is me de vrij keurige woordorde van het Zuidvlaams opgevallen die in een paar gevallen weer dichter staat bij die van het ABN als bij die van ons Westvlaams, dat - naar ik vermoed - in de voorbije eeuwen meer de invloed van het Brabants ondergaan heeft... Alleen twee voorbeelden: Vrouwmoeder Monsterleet in Borre vertelt dat ze altijd veel gebeden heeft, om noit verzurgd te moetn zien (‘om nooit verzorgd te hoeven worden’). De algemeen afwijkende volgorde bij de Zuidnederlanders in deze werkwoordelijke eindgroep zou luiden: om nooit te moeten verzorgd zijn. Deze overeenkomst met het ABN valt nog sterker op in een telkens herhaalde en geroepen uitnodiging van kinderen om mee te spelen, vermeld bij Verclytte:
Houd al in die mey willen doen.
Misschien betekent inhouden hier, zoals o.m. bij Verdam: bezet houden. Want het spel bestaat erin dat de ene groep op een heuveltje staat terwijl de anderen roepen: Al af, al af, van my kasteel. Maar het gaat hier om dat ‘mey willen doen’, iets wat ons Noordnederlands toeklinkt voor ons ‘willen meedoen’.
Tot slot nog dank aan Broeder Dries Devos o.m. voor z'n mededeling kruuskèzel (kruispunt van twee grintwegen), gehoord in de streek van Hondschote, een woord dat nog niet genoteerd staat bij De Bo of in Loquela. Ik kreeg ook een tweetal volkse klanknabootsingen, opgetekend door Koen Baert bij de Verlyndes in Zermezele. De kikker roept.
Djooois, waa zaatje òt vrooois,
In de moooize, òt stief vrooois.
Met lang gerekte o's. De zwaluw die in de lente terugkeert in de lege schuur schreeuwt verontwaardigd over de boer: J'(h)eet 't weer al versswissseld en versswassseld (met veel gesis).
Zeg nu driemaal achter elkaar: (geciteerd uit Verclyttes schuifjes): acht en tachentig kleene Kasselsche hinstekagteltjes (‘hengstveulentjes’).
Nogmaals dank voor alle vroegere en toekomstige aan- of opmerkingen.
(Adres: C. Moeyaert, Sint-Jozefskollege, Izegem) |