Tweede Taal- en Letterkundige Prijsvraag voor Frans-Vlamingen.
Er kwamen in totaal 17 inzendingen binnen, waarvan er twee niet in aanmerking genomen konden worden, omdat ze niet aan het reglement voldeden.
De resterende 15 bijdragen bereiken in het algemeen een hoger niveau dan de 13 inzendingen van vorig jaar.
Gezien het aantal deelnemers en de waarde van de bijdragen, besloot het komitee dan ook het totale uitgeloofde bedrag van 500 BF te verhogen, om ieder naar waarde te kunnen belonen voor de inspanning.
Met een opvallende eensgezindheid kwam de internationale jury, bestaande uit J. Tillie, Kan. Ammeux, Kan. M. Deswarte, F. Niessen, A. de Vin, R. Boel, J. Deloof, tot de volgende uitslag:
Ereprijs: Kan. J. Verdonck (Boeschepe) voor zijn vertelling ‘Een grensgehucht onder het kruis’. |
|
Eerste prijs: te delen door Nicole Verbeke (Mergem) en Henri Decoopman (Steenvoorde). |
|
Tweede prijs: te delen door Chantal Leynaert (Killem) en Marie-Odile Vermersch (Warhem). |
|
Aanmoedigingsprijzen voor: Berthe Verbeke, (Mergem), Berthe Vanderlynden (Steenvoorde), Monique Anckière (De Moeren), Annie Horrein (Rekspoede), Michèle Ureel (Killem), Francine Van Reckem (Rekspoede), Raymonde Dewitte (Killem). |
|
Eervolle vermelding: Raymond Cnapelynck (Steenvoorde), Martin Buysse (Croix), Didrik Kressen (Bry-sur-Marne). |
Jan Deloof, sekretaris van de jury.