fort had een eigen bijeenkomst afgelast om het N.V.T. geen briesje uit de zeilen te nemen en Albert Westerlinck knikte iedereen verdraagzaam toe. Op de eerste rij zaten of lagen een aantal avantgardisten, die geen simpatie hebben voor het N.V.T. en ostentatief de zaal verlieten, terwijl Raymond Brulez zijn Diogeentjes las. Hun schraal protest maakte niet meer indruk dan het vertrek van een delegatie uit een klein land tijdens een Uno-vergadering. Marcel Coole en Paul Snoek droegen gedichten voor, die wel indruk maakten. De heidense lezer, Piet van Aken, zat vol binnenpretjes toen hij de diepere betekenis van het woord pornografie uit de doeken deed (hé voor dit beeld) en Gerard Walschap, die een groot auteur is, wat wij wisten, is ook een groot akteur, wat wij nog niet wisten. Vooraf maakte Hubert Lampo onakademisch-prettig de historiek van het Nieuw Vlaams Tijdschrift op en hoorden wij de stemmen van August Vermeylen en Herman Teirlinck.
Jozef van Hoeck