Ons Erfdeel. Jaargang 11

Duits-Nederlands Kultuurkongres.

De vierde zitting van de bestendige kommissie, gevormd op grond van het Duits-Nederland kultureel verdrag, is in oktober 1967 in Bonn beëindigd. De tema's van het kongres wijzen op een intensiveren van de kulturele betrekkingen op bepaalde gebieden.

Zo wenste de Nederlandse partner een ruimer betrekken van jonge pedagogen bij de uitwisseling, die juist op het gebied van de jeugdzorg verdere vorderingen zou moeten maken. Ook bij de vrouwelijke akademici moeten deze uitwisselingskontakten verder bevorderd worden.

Voor het onderwijs zijn vakantiekursussen in Nederland voorzien. Ze richten zich speciaal tot leerkrachten uit het middelbaar onderwijs die zich voor het Nederlands interesseren. Vice versa komen verder Nederlandse leraars Duits naar Duitsland, voor vervolmakingskursussen. Het grootste probleem blijft evenwel het gebrek aan leraars Nederlands aan de Duitse scholen.

Wat de neerlandistiek aan de universiteiten betreft, zouden nog meer leerstoelen Nederlands moeten opgericht worden, vooral in Hamburg, Göttingen en Bonn. Jonge Duitse wetenschapsmensen zouden eventueel hun promotie in Nederland kunnen voorbereiden. Dit alles zou in het teken kunnen staan van de uitstraling der Nederlandse taal en kultuur bij de Duitse partner. Intussen verloopt de uitwisseling van scholieren en studenten bevredigend.

Voor de uitwisseling op het gebied van kunst en muziek wordt herinnerd aan de Neder-

[p. 152]

landse kultuurdagen in Berlijn, in de herfst van 1968, waarbij naast muzikale verwezenlijkingen onder meer ook een Mondriaantentoonstelling voorzien is. Verder wordt er nog gedacht aan een gemeenschappelijke Duits-Nederlandse tentoonstelling van beeldhouwwerk in Keukenhof, in het voorjaar van 1968. De gastvoorstellingen van Duitse toneelgezelschappen in Nederland worden voortgezet. Tenslotte dient het Duitse kultuurinstituut in Amsterdam vergroot te worden; daartegenover zijn er echter nog geen Nederlandse kultuurinstituten in de Bondsrepubliek, die in de gemeenschappelijke kultuurzorg een voorname en onvervangbare rol zouden kunnen spelen.

Tema's als de bevordering van het Nederlands onderwijs in Duitsland, uitwisseling op akademisch vlak, de wederzijdse erkenning van school- en universiteitsgetuigschriften, de vordering van de regionale grenskontakten en de reeds vermelde initiatieven voor toneel, muziek en plastische kunsten vormen een verheugende verdieping, over de grenzen heen, van de kultuurzorg zoals die tot op heden opgevat werd.

Josef Kempen