17e Algemene Conferentie der Nederlandse Letteren.
Op vrijdag 6 en zaterdag 7 oktober 1967 werd in Antwerpen, in het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven, de 17e Algemene Conferentie der Nederlandse Letteren gehouden.
De algemene voorzitters, de heer Julien Kuypers (België) en prof. dr. W. Asselbergs (Nederland), waren wegens ziekte verhinderd.
De bijeenkomst stond nu onder leiding van prof. dr. J. Aerts (België) en prof. dr. G. Stuiveling (Nederland).
De plenaire zitting op vrijdagochtend was voor het belangrijkste deel gewijd aan de problematiek rond het auteursrecht, dat in internationaal verband opnieuw op de helling is gezet door een herziening, op een internationale konferentie te Stockholm, van de Konventies betreffende de intellektuele rechten.
Deze ogenschijnlijk dorre materie werd op een boeiende wijze behandeld door twee deskundigen. Op vrijdagmiddag kwamen de vijf sekties, te weten letteren, toneel, biblioteekwezen, uitgeverij en boekhandel en radio en televisie, bijeen. In de plenaire zitting op zaterdagochtend werden, in soms vrij lange en veelal levendige diskussies, de resoluties vastgesteld.
Deze jaarlijkse konferenties zijn, uiteraard zou men haast zeggen, weinig spektakulair en spektakulaire resultaten moet men er dan ook niet van verwachten. Maar er wordt nuttig werk verricht, er worden toch ook belangrijke voorstellen gedaan en er is in de afgelopen jaren zeker een en ander verwezenlijkt. Wat er aan schort is, dat de uitvoering van voornemens en voorstellen tussen twee konferenties soms wel iets te wensen overlaat. De personen, die met het sekretariaat belast zijn, kan dit moeilijk verweten worden. Zij zijn al dusdanig met andere taken beladen, dat ze niet de tijd aan het noodzakelijke werk tussen de konferenties kunnen geven, die ze eraan zouden moeten en ook - daarvan zijn we overtuigd - willen geven. Kortom, het euvel, waarmee men op dit ogenblik in vrijwel alle sektoren van de Noord-Zuid-integratie te kampen heeft: het ontbreken van een goed uitgerust bureau, speciaal belast met en vrijgesteld voor het integratiewerk. Voor de Conferenties der Nederlandse Letteren is er zonder enige twijfel behoefte aan een eigen sekretariaatsapparaat, dat zich uitsluitend met de uitwerking van wat op de jaarlijkse konferentie besloten is bezig houdt.
Het uitvoerigst zijn altijd de besluiten van de sektie radio en televisie, die een opsomming geven van alles wat er op het gebied van de Nederlandse letterkunde door de omroepen in het komende seizoen gezamenlijk geproduceerd zal worden. Het is te lang om hier op te sommen. Men zal het trouwens kunnen zien in de radio- en t.v.-programma's. Deze besluiten zijn geen resoluties, gericht tot de regeringen, maar beslissingen van wat men in de praktijk zal gaan doen. Dat is in deze sektie mogelijk, omdat hier de mensen bijeenkomen, die zeggenschap hebben over een te voeren beleid. In andere sekties is dat niet of altans in veel mindere mate het geval. Daar moet men het dan ook in hoofdzaak doen met het formuleren van adviezen aan de regeringen.
Wij laten hieronder de algemene resoluties volgen. Ook de sekties hebben elk resoluties uitgebracht, maar het zou ons te ver voeren