‘Wat is Brussel?’.
Het aprilnummer van het tijdschrift ‘Streven’ bevat een artikel dat onze speciale aandacht verdient. Het is van de hand van Lode Claes, die met het probleem wel goed vertrouwd zal zijn, gezien de belangrijke funkties die hij er reeds waarnam.
Na een korte vergelijking met andere steden vertrekt de schrijver van de vaststelling dat Brussel zijn bestaansgrond heeft ‘in één enkele welbepaalde funktie, die van hoofdstad van België’.
Vervolgens ontleedt hij de Brusselse onzekerheid over eigen wezen. Brussel noemt hij Franstalig maar niet Frans. Het voornaamste kenmerk is ‘een overgang, een proces’. Dezelfde onzekerheid komt ook tot uiting in de terminologie die de Brusselse woordvoerders zelf gebruiken en in de onzekere reakties van Brussel t.o.v. Vlaanderen en Wallonië.
Als hij naar een antwoord zoekt op de vraag ‘Wie is Brussel?’, toont Lode Claes zich eerder skeptisch t.o.v. de macht van de nationale administraties en instellingen, Franstalige pers, publiciteitsagentschappen, tertiaire ondernemingen, grondspekulanten, enz. Een zelfde skepticisme legt hij aan de dag t.o.v. de kansen op volledige verfransing in een eventueel Gaullistisch Europa. De gepriviligieerde pozitie van Brussel steunt ‘slechts op Brussels funktie als hoofdstad’.
Kan Brussel voor de toekomst een eigen bruikbare ideologie vinden? vraagt Claes zich af. Als bindteken tussen Vlamingen en Walen, heeft Brussel zijn kansen verkeken. Maar het heeft ‘een ander, sterker tema: dat van de vrijheid op taalgebied’. De schrijver voegt er onmiddellijk de waarschuwing aan toe, de kracht van dit tema niet te onderschatten. En hij stelt de vraag: ‘... of er geen andere middelen zijn om de Vlaamse pozitie te Brussel te handhaven dan een taalwetgeving?’.
In ‘Taalwetgeving en Vlaams optimisme’ wijst de schrijver erop dat de verfransing te Brussel verre van voltooid is en dat een aantal faktoren die de verfransing mogelijk maken, steeds minder aanwezig zijn. Veel zal afhangen van de aantrekkingskracht die Vlaanderen kan uitoefenen op de Brusselse Vlamingen. Hij houdt dan ook een pleidooi voor optimisme en voor het verlaten van de klaagmuur.
Er is geen reden voor Vlaanderen, aldus het besluit van Lode Claes, om Brussel op te geven. Federalisme betekent het uur van de waarheid voor Brussel. En België gaat steeds meer in federalizerende richting. Zelfs in een federalistisch bestel met drie, zal Brussel gedwongen worden aan te leunen bij Vlaanderen of langzaam te verschrompelen.
Niet iedereen zal het artikel van Lode Claes volledig kunnen onderschrijven. Tijdens de lektuur heb ik een aantal vraagtekens geplaatst naast uitspraken zoals die over tweetalig onderwijs of over de wisselwerking tussen twee kulturen als noodzaak om te komen tot een werkelijke hoofdstad. Niettemin opent Claes' artikel een aantal nieuwe perspektieven. U moet het beslist lezen.
Erik Vandewalle
‘Streven’, nr. 7, april 1967, p. 651-660. Losse nummers kosten 35 BF, p.r.k. 884.67, Streven-Leuven.