Kogge-literatuurprijs voor Johan Daisne.
Op 28 mei 1967 ontving Johan Daisne in de Westfaalse stad Minden de internationale Kogge-literatuurprijs 1967 (10.000 DM.). Het is de hoogste literaire prijs die in Duitsland bestaat.
Dat de stichting ‘Die Kogge’ in ons eigen land nog helemaal geen grote weerklank heeft gevonden mag verbazing wekken, maar is alleszins een spijtige realiteit. Dit blijkt trouwens niet alleen uit de wijze waarop door de dagbladpers in dit verband verslag werd uitgebracht, doch nog meer uit de in acht genomen timing van publikatie. Uitgerekend één maand na de toekenning van de prijs was men blijkbaar nóg niet van de schok bekomen in ons land, zodat we in een groot Brussels blad dan toch eindelijk konden vernemen wat de Kogge was.
Totaal anders was dit alles in de Duitstalige pers. Zo publiceerde de ‘Mindener Zeitung’ onmiddellijk een speciale uitgave met op de eerste pagina een grote foto van Johan Daisne en een ekstra-bijdrage. Ook ‘Die Tat’ (Zürich), de grootste Zwitserse literatuurbijlage die bestaat, voorzag een ekstra-artikel. Tenslotte kwam de bekende Duitse journalist Alexander Baldus zowel in ‘Welt und Wort’ als in ‘Begegnung’ (Keulen) op dit alles uitvoerig terug.
Te Minden zelf beklemtoonde plaatsvervangend burgemeester Dr. Leutheusser ‘dat met Johan Daisne de Vlaamse literatuur aansluiting kreeg met de wereldliteratuur waarvan hij in Vlaanderen als voornaamste eksponent geldt.’ Het is duidelijk dat de onderscheiding die Johan Daisne te Minden toegewezen werd van groot belang mag genoemd worden met betrekking tot de erkenning van heel de Nederlandse literatuur over de grenzen.
Voorlopig is Johan Daisne de eerste en enige Vlaamse auteur geweest die na de oorlog een Duitse en buitenlandse literatuurprijs ontvangen heeft. In Duitsland wordt Johan Daisne dan ook erkend als een figuur die aan de Vlaamse literatuur door zijn magisch realisme een nieuwe strekking heeft meegegeven en daarmee eveneens een literaire richting kreëerde die niet alleen in eigen land, maar ook daarbuiten, een hele reeks navolgers heeft gevonden.
In feite heeft Johan Daisne, bouwend op literair werk van de Duitse auteur Ethère Hoffmann, deze typisch Duitse strekking verder doorgetrokken en met een specifiek Vlaams aksent uitgebouwd. Via de vertaling in het Duits werd dit aan de Duitse lezer doorgegeven.
Het is duidelijk dat van Johan Daisne nog verschillende werken in Duitse vertaling zullen verschijnen. Nadat de jury van ‘Die Kogge’ de prijs toekende aan de hand van vijf in het Duits vertaalde boeken, zal dit jaar van Daisne nog zijn ‘Kantwerk op de Kim’ in Duitse vertaling verschijnen. In het voorjaar 1968 komt dan zijn ‘Neusvleugel van de Muze’ van de pers.
Tenslotte lijkt het ons interessant hier te vermelden dat het sukses van Johan Daisne in Duitsland niet beperkt blijft tot zijn roman-werk. De film ‘De Man die zijn haar kort liet knippen’ werd reeds door een 40-tal diverse filmklubs vertoond. Na de overname door de ‘Duitse Filmklub’ wordt de prent - zolang deze nog niet gesynkroniseerd is - met Duitse ondertitels vertoond. Aanvankelijk kwamen er zelfs Engelse ondertitels aan te pas. Jammer genoeg voldoen noch de Engelse, noch de Duitse ondertitels - die gewoon slecht mogen genoemd worden - aan de Nederlandse versie. Het gevolg is dan ook dat heel wat van de betekenis van de film verloren gaat.
Nadat Daisne ook reeds op de ‘Biënnale van Mannheim’ onderscheiden werd, ontving hij tans met de Kogge-prijs van de stad Minden een tweede onderscheiding in Duitsland.