ne kursussen van de Leidse Onderwijsinstellingen, maar met een speciaal voor het beoogde doel door die instellingen ontworpen leergang, die opleidt voor het Staatseksamen.
De ingeschreven leerlingen worden, over een tijdvak van negen maanden verdeeld, vijftien lessen per schooljaar toegezonden. Deze lessen worden onder het speciale toezicht van de door Venos in Madrid aangestelde leraar doorgenomen en grondig bestudeerd.
De leergang omvat vijf leerjaren; na het tweede jaar zal een keuze moeten worden gemaakt voor wat betreft de definitieve richting die de leerling uit wil. Met latijn wordt evenwel van meetaf aan begonnen en de verdere studie daarvan kan, na het tweede jaar, worden voortgezet dan wel beëindigd naargelang de richting die door betrokken leerling is gekozen.
Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad vóór dat het zover was dat de kursus op 14 november v.j. kon beginnen. Naast andere kleinere moeilijkheden was één van de belangrijkste wel het feit dat de leraar uit Nederland die zich oorspronkelijk met het toezicht en de leiding hier in Madrid zou belasten, heeft moeten afzeggen. Een voorlopige regeling is toen getroffen door het toezicht op te dragen aan Mevrouw Els de Ruiter, die vroeger al aan de school verbonden is geweest, belast met de afdeling voor lager onderwijs.
De lessen zijn dagelijks, van negen uur 's morgens tot half twee 's middags, met verplicht huiswerk. Klassieke talen worden onderwezen door Mejuffrouw Willems, een leerkracht die eveneens van meetaf aan aan de Nederlandse School verbonden is.
Geen beslissing is er nog genomen t.a.v. het Spaans als leervak voor de leerlingen die dit fakultatief wensen te nemen, maar er wordt verwacht dat na drie maanden hieraangaande wel een beslissing zal vallen.
Dat de Vereniging voor Nederlands Onderwijs in Spanje ondanks grote financiële moeilijkheden een paar jaar geleden met een lagere school met kleuterafdeling begonnen is, dwingt respekt af, vooral nu, dank zij grote en geestdriftige steun die leden van de Belgische en Nederlandse kolonies in Madrid en oms reken aan het projekt gegeven hebben, de school ‘draait’ en een sukses blijkt te zijn.
Bij het ingaan van fase II van het Nederlandstalig onderwijs in Spanje (men leze: in Madrid), doen zich vanzelfsprekend nog moeilijkheden voor. Maar bestuur en leden zijn vol goede moed en de leerkrachten die betrokken zijn bij het plan voor middelbaar onderwijs (gymnasium alpha en beta, atheneum alpha en beta, en lyceum), zijn onversaagd.
De voortvarendheid waarmee men, om maar een voorbeeld te noemen, handelend is opgetreden door Mevrouw de Ruiter naar Nederland te sturen voor besprekingen met de L.O.I. toen gebleken was dat men niet meer zou kunnen rekenen op de leraar die oorspronkelijk met het toezicht en de leiding zou worden belast, getuigt van besluitvaardigheid en de wil om door te zetten. De wijze waarop men de problemen met realiteitszin aanpakt, rechtvaardigt, m.i., de hoop dat de kultuurvorming van het Nederlandstalig kind in Spanje veilig gesteld zal zijn.
Dit projekt is er dan ook een dat met sukses bekroond verdient te worden omdat, terwijl van de ene kant (door officiële instanties) uitstraling van de Nederlandstalige kultuur onder Spaanstaligen in een Spaanstalig land wordt betracht, van de andere kant en dank zij partikulier initiatief, het behoud van taal en kultuur onder de eigen Nederlandstalige jeugd in die Spaanse omgeving mogelijk wordt gemaakt. En dit is, dunkt me, lofwaardig!
Luis H. Daal