de universiteit van Melbourne, een funktie, welke hij tot aan zijn pensionering in 1947 heeft vervuld. In deze funkie was het, dat hij een Nederlandse afdeling oprichtte die op volkomen gelijke voet kwam te staan met de leergangen in het Frans en het Duits. In een Angel-Saksische wereld van het ver verwijderde vijfde werelddeel wist hij belangstelling te wekken voor onze taal, een belangstelling welke zin en rechtvaardiging vond in het feit, dat het Nederlands de Europese kultuurtaal was voor het Indonesische eilandenrijk, dat voor Australië een brug was naar de oude wereld.
Gedurende 45 jaren heeft hij zich met voorbeeldige toewijding van zijn taak als hoogleraar gekweten, maar dit belette hem niet ondertussen een open oog te houden voor wat er zich in de wereld, speciaal in Europa afspeelde. Lange verloven lieten hem toe met de vijf werelddelen kennis te maken. Ook op IJsland hield hij tot twee maal toe geruime tijd verblijf en tot op het laatste toe was hij belast met een leergang in het Oudnoors (IJslands) te Melbourne.
Ter gelegenheid van zijn 85e verjaardag werd aan de biblioteek van de Nederlandse kursus te Melbourne de naam gegeven van Augustin Lodewijckx Library als een blijvende herinnering aan de oprichter.
Uit de geschriften welke professor Lodewijckx heeft nagelaten blijkt overduidelijk op hoeveel verschillende terreinen hij zich heeft bewogen en hoe veelzijdig zijn wetenschappelijke belangstelling was. Hij heeft geschreven over de Duitsers in Australië, over Katanga, over bevolkingsproblemen in Australië, over de vrouwenbeweging in de letterkunde, over Zuid-Afrikaanse problemen, de namen van Australië, over ‘basic English’ en tal van andere onderwerpen.
De Nederlandse immigranten kennen hem als de schrijver van de zeer populaire werken: ‘Australië waarheen?’ en ‘Nieuw Zeeland, een Eden in de Zuidzee’. Wanneer wij de lijst van zijn publikaties nagaan, dan zien wij welk een welbesteed leven hij achter zich heeft gehad. Immers deze lijst omvat 13 boeken en 52 artikelen in 5 talen - Nederlands, Frans, Duits, Engels en IJslands.
Zij die de instandhouding van de taal der vaderen ter harte gaat, zullen steeds dankbaar blijven gedenken, dat hij nooit schroomde erop te wijzen dat elke poging immigranten te dwingen de aloude vaderlandse kultuur te laten varen, onnodig was en ijdel. Hij was het die durfde te zeggen dat als men het in Australië werkelijk ernstig meende met de bevolkingspolitiek, men de Nederlandse boeren niet moest verplichten zo spoedig mogelijk in de Australische bevolking op te gaan en de zogenaamde ‘Australian way of life’ aan te nemen, ‘want,’ zo zeide hij, ‘deze levenswijze leidt tot “rassenzelfmoord”’. En hij ging voort: ‘Men zou liever deze boeren moeten aanmoedigen om bij elkander te blijven, de zeden en gewoonten van het oude vaderland in ere te houden.’
Iedereen die het voorrecht heeft gehad hem te leren kennen, zal hem missen, maar tevens de wetenschap in zich omdragen dat deze pionier zal blijven voortleven in het vele dat hij tot stand heeft gebracht.
Wij brengen van deze plaats een eresaluut aan deze grote Nederlandse voortrekker in Australië.