en Rijsel en dan werd te Rijsel een gestencild eerste nummer ineengestoken met gedrukte kaft, geleverd door de drukkerij Sanderus uit Oudenaarde. Als ik het mij goed herinner is de omslagtekening met het leeuwenschild, de titel ‘Notre Flandre’ en het onderschrift ‘de bloem van Europa, de pronk van alle landen’ (M. de Swaen), van de hand van Dr. Jan Klaas. De jaargang 1952-1953 telde vier nummers, de abonnementsprijs bedroeg 75 F en op het einde van het jaar waren alhier 190 abonnees. Het eerste nummer - door ons vanuit Waregem verstuurd in april 1952 - opende met een inleidend woord van Dr. Jan Klaas: een mooie, warme oproep tot strijd voor het behoud van het Vlaamse erf, waarvan wij enkel het slot citeren:
‘Je crois avoir, tout le long de cet avant-propos, souligné l'actualité de nos préoccupations et de nos buts:
- Maintenir en Flandre française la tradition, en s'attachant à ses éléments les plus précieux.
- Révéler aux Flamands de France la part du grand patrimoine néerlandais sise au delà de nos frontières.
A tous nos amis de Flandre et des Pays-Bas du Nord, puisse cette revue apporter le témoignage de la fidélité de notre terre.
Frans-Vlaanderen, het land van trouw.’
Er waren verder bijdragen van Prof. Dr. V. Celen (C. Verstraete) o.m. een hulde aan Emmanuel Looten, terwijl het Nederlandstalig gedeelte ‘Vlaamse Heerd’ hoofdzakelijk verzorgd werd door E.H. Corsmit (P. Swynghedauw). De oplage - een paar honderd exemplaren - kon na nummer één worden verhoogd. Het sukses was inderdaad groter dan aanvankelijk werd verwacht zodat verschillende latere abonnees bleven vragen naar dit eerste nummer, waarvan de voorraad uitgeput was. Mijn goede vriend E.H.J. Bossu, toen leraar te Waregem, heeft ons dan uit de nood geholpen door dat eerste nummer volledig en getrouw - illustraties inkluis - opnieuw te stencilen, zodanig dat er geen verschil tussen de oorspronkelijke en de nagebootste uitgave te bemerken was en aan iedereen voldoening kon worden geschonken. Van talrijke personen ontvingen wij aanmoedigingen en lovende brieven. Het stichten van een Vlaamsstrijdend kultureel tijdschrift in Frans-Vlaanderen, over Frans-Vlaanderen en voor Frans-Vlaanderen, mocht inderdaad beschouwd worden als een belangrijk feit. Prof. Celen schreef mij in dat verband: ‘Nogmaals wens ik U geluk met het sukses van uw werk voor Notre Flandre. Het gaat alle verwachtingen te boven. U heeft hier een daad van blijvende betekenis gesteld.’ (26-6-1952).
Vanaf nummer twee kon de verzending gebeuren vanuit Rijsel, waar E.H. Corsmit en Lode Hoex - nog altijd de stevige hoeksteen van het tijdschrift - enorm veel werk hebben verricht. De eerste twee jaren van het bestaan van het tijdschrift