Noord en Zuid. Jaargang 14
(1891)– [tijdschrift] Noord en Zuid– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 446]
| |
Maziton uit Bilderdijk's De Waarheid en Aesopus.‘Dat 's vast een zoon van Maziton,’
Herneemt een grijze paai.
‘Het heugt me, dat die pas begon,
Dat was uitnemend fraai.
Dan danst m' er zeker op de koord,
Of goochelt uit de tasch,
En brengt een hoen uit bekers voort,
Met hokus-pokus-pas.’
De naam Maziton, die in den eersten regel van deze twee strophen voorkomt, heeft tot heel wat gissingen aanleiding gegeven. Dat hij de bezitter moest zijn van eene tent, waarmede hij op kermissen stond en waar op de koord gedanst en ook gegoocheld werd, blijkt genoegzaam uit den inhoud van de daarop volgende regels. Deze gissing wordt bevestigd door hetgeen Dr. R. Krul mededeelde in het Haagsch Jaarboekje, 1889, in zijn opstel getiteld: 't Was eenmaal kermis in den Haag, Bijdrage tot de geschiedenis der kwakzalverij. Aldaar leest men bl. 23: Naast de Vier CroonenGa naar voetnoot1) springt de vlugge Christiaen Masiton, mr. Koordedanser, op het strakke en slappe uitspansel; maar reeds in 1736 is zijne plaats ingenomen door ‘Noel Masito’, die ook werkt met ‘den Gogel Tas’.Ga naar voetnoot2) Eene uitvoeriger beschrijving van hetgeen alzoo in de tent van Masiton | |
[pagina 447]
| |
voorviel vond ik in een kluchtspel, getiteld: Kermis-klugt of vermakelyke zamenspraak tusschen Jan en Krelis, over de Amsterdamsche kermis-vreugd door J.W. (zonder jaartal, doch stellig 18de eeuw). Krelis, een boer, is naar de Amsterdamsche kermis geweest en vertelt nu aan Jan, wat daar te zien is. Nadat hij medegedeeld heeft, dat er vele tenten waren opgeslagen, waarin o.a. een reus was te zien, en hij ook op stellages had zien dansen, gaat hij aldus voort: Daar was ook Masitom, mit alle zyn gezellen,
De Juffers fraay gekleet, haar prammelynties stellen
Voor ayder ien ten toon; ik kreeg ien raare lust,
Ik zay dat doet men nooit aan onze Boerse kust,
By ons is geen Maray of Neel die durft bekayken,
Om met haar Pramme tuig zo bloot op straat te strayken.
Zy houdent wel bedekt, dat men die hiel niet ziet.
Dees waare veur de kou niet bang, of aar verdriet,
Zay waare wel gemoed, 't scheen haar niet te raaken,
Door 't dansen hoorde je, maat Jan, de planke kraaken.
Jan.
Maar binnen ien de Tent wet was tog daar te doen?
Krelis.
Jan meer of way ien Mayd verrasse mit ien zoen.
Daar danste zay d' koort, ik had 't nooit bekeeken,
Ik dagt dat kan geen Boer of hy zau den hals breeken.
Jan.
Wel Krelis sagje meer?
Krelis.
Ja Jan denk hoe ik stong
Te kyken, dat 'er ien zo wonder vaardig sprong,
Byloo wel veertien man daar sprong hay over heene,
Ik zay by ons en is geen Boer zo gau ter Beene,
Die zulks durft onderstaan. Ja Jan 't stond wonder mooy,
Hoe net of ayder ding was in zyn regten plooy,
't Scheen regt Toveray, bayloo het waare snaaken,
Een zag ik op ien draat van ayzer grille maaken,
Ja Jan ons hiele Dorp liep voor die helden weg,
De Vrees beving hier 't Volk, verstaa je wat ik zeg,
Den iene had een Py met honderd duizend lappen,
Jan Klaase sloeg d' trom en maakte raare grappen.
Commentaar is hier verder overbodig. Het is uit bovenstaande beschrijving m.i. duidelijk, dat Maziton zoo wat de Carré der 18de eeuw is geweest. Eene opmerking wensch ik hier nog bij te voegen. In den Spiegel der Vaderlandsche Kooplieden van Langendijk, 3de bedrijf, 3de tooneel, komt het volgende voor: Zoodra Ernst en Hendrik (de vaders) binnen treden, maken Losbol (als een scaramoes | |
[pagina 448]
| |
gekleed), Lichthart, Kwistgoed en Zoetje (in Amazoons gewaad) hun allerlei complimenten om hen te ontvangen:
Losbol.
Uw onderdanigste die-
naar, vader en oom; wat zyn wy verheugd....
Kwistgoed.
Welkom, Papaatje! geluk met....
Lichthart.
Papa-lief, we hebben met
onuitsprekelyke vreugd....
Zoetje.
We feliciteeren je met de blyde tyding
Kwistgoed.
Belief je niet te gaan
zitten? Michel! geef eens stoelen.
Losbol.
Zal Papa of oom ook iets gebruiken?
Lichthart.
Een glaasje Caapse wyn?
Zoetje.
Een colombyntje?
Ernst.
Wat wil toch al dit woelen?
't Lykt hier wel kermis: zyn dit kwanten uit de Troep van Magito?
De hier voorkomende naam Magito zal, dunkt me, wel de ware zijn; uitgesproken als Mazjito, doch door het volk als Mazito, werd hij weldra ook zoo geschreven (vgl. thans de volksuitspraak van horloge als horlozie en van sergeant als serzantGa naar voetnoot1). Denzelfden naam kan men ook lezen in een programma van een ballet: Programme du Festin de Pierre, grand ballet a machines. Aan het einde staat: Ceci se représentera dans la cabane de Pierre Magito; en op een ander, getiteld: Programme de Pigmalion, grand ballet-pantomime a machines staat eveneens aan het einde: Ceci ce représentera dans la cabane de Mazito. Samedi le 25 et le 27 de Septembre 1779Ga naar voetnoot2). De gissing is, dunkt me, niet te gewaagd, dat Magito de ware naam is en Mazito de volksuitspraak weergeeft. F.A. Stoett. |
|