Noord en Zuid. Jaargang 14
(1891)– [tijdschrift] Noord en Zuid– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdNoord en Zuid. Jaargang 14. Blom & Olivierse, Culemborg, 1891
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Noord en Zuid. Jaargang 14 uit 1891.
redactionele ingrepen
De eindnoten zijn in deze digitale editie direct bij de bijbehorende nootverwijzingen geplaatst. De volgende pagina’s zijn hierdoor komen te vervallen: 151, 152, 214, 215.
p. 180: voetnoot ‘1’ heeft in de lopende tekst geen nootverwijzing. In deze digitale editie is de noot onderaan de pagina geplaatst.
p. 213: eindnoten 1, 2, 3, 4, 5 en 6 hebben in de lopende tekst geen nootverwijzing. In deze digitale editie zijn de noten onderaan de pagina geplaatst.
p. 315: het foutieve paginanummer 215 is gewijzigd in 315.
p. 378: De nootverwijzing van nootnummer 1) is in de lopende tekst slecht leesbaar. In deze digitale editie is dit verbetrd.
p. 466: voetnoot ‘2’ heeft in de lopende tekst geen nootverwijzing. In deze digitale editie is de noot onderaan de pagina geplaatst.
p. 534: voetnoot 1) heeft in het origineel abusievelijk nootverwijzing 4) gekregen in de lopende tekst. In deze digitale editie is dat verbeterd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (II, IV, VIII, XV, XVI) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
NOORD en ZUID.
tijdschrift ten dienste van onderwijzers.
[pagina III]
NOORD en ZUID.
TIJDSCHRIFT
TEN DIENSTE VAN ONDERWIJZERS
BIJ DE STUDIE DER
NEDERLANDSCHE TAAL- EN LETTERKUNDE
ONDER REDACTIE VAN
T.H. DE BEER en C.H. DEN HERTOG.
Veertiende Jaargang.
BLOM & OLIVIERSE. - 1891. - CULEMBORG.
[pagina V]
INHOUD VAN NOORD EN ZUID XIV.
Bladz. | |||
---|---|---|---|
I. | Vosmaer's romans, door W.G. Nouhuys | 1 | |
I. Amazone. | |||
II. | Spreekwijzen verklaard, door Dr. F.A. Stoett | 30 | |
I. Iemand een blauwe huik omhangen. II. Iemand de kap vullen. III. Zich uit de voeten maken. | |||
III. | ‘De eischen van het drama’, door Taco H. de Beer | 38 | |
IV. | Merkwaardige overgang van beteekenis, door C.J. Vierhout | 69 | |
V. | De leer van den samengestelden zin, door C.H. den Hertog | 76 | |
De nevenschikkende zinsverbinding. | |||
VI. | Vosmaer's Romans, door W.G. van Nouhuys | 98 | |
II. Inwijding. | |||
VII. | Pieter Langendijk, door F.Z. Mehler | 129 | |
VIII. | Spreekwoorden verklaard, door Dr. F.A. Stoett. | 133 | |
Den dans ontspringen, | |||
IX. | Nauwkeurig lezen, door C.H. den Hertog | 159 | |
Uit Potgieters Proza. ‘Marie.’ (fragm.) en ‘Hanna.’ (id.) | |||
Da Costa's Impopulariteit. (A. Pierson). | |||
Bij het borstbeeld van Bilderdijk. (Alb. Thym). | |||
Staring, De veenrook. - De diepegge. - Verschillende uitleg. | |||
X. | Verscheidenheden: | ||
Oude volksuitdrukkingen. - Pleonasmen. - Adjectieven op -lijk. - Rooie Baai. - Dubbelzinnigheid. - Waterpassen en enkele andere werkwoorden. - Iemand naar St. Velten wenschen. - Vrouw Snaversnel. - Daar gaat een dominé voorbij | 176 | ||
XI. | Pieter Langendijk, (Vervolg) door F.Z. Mehler | 193 | |
De Zwetser. - Het wederzijdsch huwelijksbedrog. - Krelis Louwen. | |||
XII. | Spreekwijzen verklaard, door Dr. F.A. Stoett | 216 | |
Iets onder de roos vertellen. - Slapen als eene roos en slapen als op rozen. - Fiolen laten zorgen. |
[pagina VI]
Bladz. | ||
---|---|---|
XIII. | Iets over werktuiglijk lezen, door C.F.A. Zernike | 226 |
XIV. | De Geschiedenis der Nederlandsche Letteren 1880-1890, door Taco H. de Beer | 239 |
XV. | Verandering van beteekenis door valsche analogie, door T.H.d.B. | 278 |
XVI. | Schriftelijke Taalopgaven van de Examens voor de akte van hoofdonderwijzer(es) in 1891 | 281 |
XVII. | Pieter Langendijk, (Slot) door F.Z. Mehler | 289 |
Xantippe. - Papirius. - De spiegel der vaderlandsche kooplieden. | ||
XVIII. | Een brief van Mr. Jacob van Lennep aan den Hoogleeraar T. Roorda over Taal, door A.J. Servaas van Rooijen | 318 |
XIX. | De leer van den samengestelden zin, (Vervolg) door C.H. den Hertog | 322 |
Samentrekking. - Onderschikkend zinsverband. | ||
XX. | Iets over de kunst van Stellen voor Candidaat-Hoofdonderwijzers, door G.A. Geerligs | 337 |
XXI. | Bijwoorden en onbuigbare adjectieven, door C.J. Vierhout | 351 |
XXII. | Anna Bijns, door Dr. G. Duflou | 354 |
XXIII. | Taal-revolutie, door T.H. de Beer | 360 |
XXIV. | Kollewijns voorstel, door C.H. den Hertog | 366 |
XXV. | Nauwkeurig lezen, VII | 378 |
Uit Potgieters Proza 't Is maar een pennelikker. (fragment) | ||
C. Busken Huet. Max Havelaar en de Camera Obscura. | ||
XXIV. | Hoe van Lennep aan zijne ‘Reisgenooten’ kwam, door A.S. Kok | 385 |
XXV. | Beatrijs, door J. Prinsen J Lz | 416 |
XXVI. | Maziton uit Bilderdijk's De Waarheid en Aesopus, door F.A. Stoett | 446 |
XXVII. | De leer van den samengestelden zin, (Vervolg) door C.H. den Hertog | 449 |
De indeeling der bijzinnen. - Onderwerpszinnen. - Gezegdezinnen. - Voorwerpszinnen. - Bijvoeglijke zinnen. | ||
XXVIII. | Verscheidenheden | 479 |
Billard. | ||
XXIX. | Eene nieuwe uitgave van Costers ‘Teeuwis’, door H.J. Eymael | 481 |
[pagina VII]
Bladz. | ||
---|---|---|
XXX. | De geschiedenis der Nederlandsche Letteren 1880-1890, door Taco H. de Beer | 508 |
XXXI. | Hooft's Granida, door G.A. Geerligs | 531 |
XXXII. | Tautologieën, door Taco H. de Beer | 555 |
XXXIII. | Nauwkeurig lezen, door C.H. den Hertog | 561 |
Uit Da Costa's Vijf en twintig jaren. (Inleiding). | ||
XXXIV. | Verscheidenheden, door C.H.d.H. | 566 |
Baljaard en Op het oord zijner zinnen gebracht zijn. - Gevaar van vertalen. | ||
XXXV. | Boekenlijst | 569 |