Een haspel in eene flesch.
Noord en Zuid, No. 3, bl. 160, § 6.
Kan niet ‘een haspel in een flesch’ werkelijk een kleine haspel of windas zijn, bij enkele deelen in eene flesch gebracht en dan samengezet, zoo dat het onmogelijk schijnt, hem er weer uit te halen, zooals blijkbaar de beteekenis is van ‘a reel in a bottle’, in 't 16de hoofdstuk van The Vicar of Wakefield, waar het gezin van den Vikaris zich heeft doen afschilderen, en de schilderij, in minder dan vier dagen voleindigd, van zulke afmeting is, dat ze in de keuken moet blijven staan, ten spot van al de buurschap; de een vond ze gelijk de boot van Robinson Crusoe, die niet van de plaats kon gebracht worden, de ander zei, ze was als ‘een haspel in een flesch’; zij verwonderden zich, dat de schilderij er niet was uit te krijgen, maar nog meer, dat ze er ooit had kunnen binnen gebracht worden.
Ik meen, dat men tegenwoordig ook schepen in flesschen vertoont.
Bl. 161 geeft de kwestie van snarenpijperij of snorrepijperij, een woord in 't Hoogduitsch niet zeldzaam gebezigd voor beuzelkraam, vodderij, nuttelooze dingen, zooals eene slechte, bij 't blazen snorrende pijp (platduitsch snurrepîpe) zijn zou: dit is de verklaring van Weigand.
Weimar, 7. VI. 80.
H. WERNEKKE.