Linguistische kaarten.
III.
Gelijk we vroeger meldden, heeft Dr. Wenker zijne kaart van Das rheinische platt voltooid; gemelde kaart is reeds in 2n druk verschenen. Thans is geheel Noord-Duitschland aan de beurt en het kan niet anders dan hoogst wenschelijk zijn, te weten, op welke wijze voor deze nieuwe linguistische kaart de gegevens verzameld worden.
De ons toegezonden stukken vergunnen ons een eigenaardigen blik in de wijze van werken, die mogelijk is in een groot land, waar men eene wereldtaal spreekt en in een rijk van centralisatie, waar die door velen onzer met zooveel ijver verafschuwde discipline en controle heerschen. We zijn trotsch op onze vrijheid en terecht; maar ons streven naar vrijheid is op 't punt, gevaarlijk te worden, dewijl 't discipline en controle als den mensch onwaardig (lees: den volmaakten mensch onwaardig) verwerpt.
Vooraf zij gezegd, dat ieder die geen millionair is, hier te lande zou moeten afzien van het plan, om een taalkaart van Nederland te maken: 1. omdat zijne ambtsbezigheden hem geen tijd zouden laten en de zaak zelf hem niet eens zooveel opbrengt, dat de kosten gedekt zouden worden; 2. omdat hij geheel afhankelijk zoude zijn van den goeden wil van dezen en genen.
Dr. Wenker kan echter in Duitschland op een voldoend debiet rekenen en hij kan van de met vereende krachten saamgebrachte bouwstoffen getuigen:
Die deutschen Lehrer tragen, ein jeder aus seinem Schulorte, sicheres, werthvolles, unmittelbar aus dem Leben unseres Boltes geschöpftes Material freudig zusammen, das dann zu einheitlicher Gestalt zu verarbeiten meine mühsame, langwierige Lebensaufgabe sein wird, und deutsche Wissenschaft wird für die sprachlich wie geschichtlich gleich wichtigen Ergebnisse unsres Unternehmens einem jeden von uns um so grösseren Dant schulden, je gewissenhafter er an seinem Theile gearbeitet.
Om de bouwstoffen bijeen te zamelen is aan alle schoolopzieners en inspecteurs het verzoek gericht, de onderwijzers in hun district op de zaak opmerkzaam te maken en hen tot medewerking aan te sporen. Verder heeft hij aan de onderwijzers eene circulaire gezonden, waarin hij een beroep doet op hun welwillendheid, hunne belangstelling en hunne vaderlandsliefde, om zich de moeite te getroosten de opgegeven vragen nauwgezet te beantwoorden.
Het eerste deel omvat de volgende opgaven: