Voor Sprokkelaars.
Velen zouden gaarne bouwstoffen bijeenbrengen voor een algemeen handboek der in Nederland gesproken dialecten, maar ze weten geen weg in den grooten voorraad, die zich overal opdoet.
Het eenvoudigste middel voor taalbeoefenaars is, verschillende stukken uit het Nederlandsch in het dialect te laten overzetten door plaatsgenooten, die zich streng aan het oude houden - liefst, die weinig de plaats verlaten hebben. Deze zullen echter met de spelling geen weg weten en de verzamelaar zal dus daarbij de rol van secretaris te vervullen hebben. Een algemeen spellingstelsel is zeer zeker niet eenvoudig uit te vinden, maar hij stelle zich tevreden met alle klanken weer te geven op zoodanige wijze, als hem goed dunkt, als hij maar aanteekening houdt van de wijze, waarop hij elken klank voorstelt en wel, door te verwijzen naar een of ander Nederlandsch, Fransch, Engelsch of Duitsch woord, waarin die klank voorkomt. Zoo zal bijv. het Twentsche wèten de aî van 't Fransche maître vrij nauwkeurig weergeven, maar de è van mèken (d.i. Mädchen) is de è van het Fransche obsèques.
Door bij elk woord, dat andere dan Nederlandsche klanken te hooren geeft, te verwijzen naar een woord in eene vreemde taal, waarin dezelfde klank voorkomt, zal men de klanken althans fixeeren en kan men desnoods aan anderen de zorg overlaten, om een spellingstelsel uit te denken. Daarvoor is geen waarneming op de plaats zelve noodig.
Als men om bijv. bij de klinkers te blijven, aan onze klanken toevoegt de Fransche ai, eu, ô, â, ê, oi en andere, de Engelsche ea, ee, oa, of de Duitsche ö, äu, au en derg. dan zal men reeds over een tamelijk grooten voorraad klanken kunnen beschikken.