Maltentig.
139. Bij Brederôo komen de woorden Tentigh en Aldertentighste voor: In de Griane zegt Bouwen-Langh-Lijf:
‘In as me wijf heur vaten, en heur Tinnewerck schuurt,
Je gruwt dat gijt siet, so besuckt tentigh en klaer isse.’
Evenzoo zegt Sijmen sonder Soeticheijt:
‘Jae het aldertentighste wijf weet op ongs huijsraet niet te segghen.’
Beide woorden worden door Dr. Jan ten Brink (G.A. Breederoô Hist. Aesth Studie) vertaald met net en netste.
Maltentig zal dus wel zijn: malnet, overdreven net.
Sommelsdijk.
J.E. Ter Gouw.