De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 19(1902)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Des engels kus. Wit als de lelie 't Laatste gewaad.... Ach, even wit ook 't Vriend'lijk gelaat.... 't Glimlachend mondje Spreekt van geen pijn.... Zouden Gods Eng'len Wel schooner zijn? O, zie, daar dalen Zachtkens zij neer, Groetend als zusje 't Kindeke teer, Voeren 't ten Leven, - Ver van den Dood, - Streelen het reeds als Hun speelgenoot. Maar vóór zij juub'lend Hemelwaarts gaan, Blijven vol eerbied De Engelen staan; Eén buigt zich neder, Plechtig en zacht Kust hij het kindje Voor 't laatst ‘goê-nacht!’ In naam van moeder Brengt hij dien zoen, - Ach! dat zij zelve 't Niet meer mag doen! - Maar wat heur harte er Aan had' gehecht, Heeft nu Gods Engel Er in gelegd: Teedere woordjes, O, zonder tal, - Tranen en liefde, Liefde vooral, - Stille berusting, - Maatlooze smart, - Blijvende wonde Van 't moederhart! En op lief kindjes Voorhoofdje thans Schittert een sterre in Zilveren glans, Blijk eener liefde Zóó warm en rein, Dat slechts een Engel Heur tolk kon zijn! Elise van Escii. Naar een photographie van Fr. Hanfstaengl, München. DES ENGELS KUS, NAAR DE SCHILDERIJ VAN SPATZ. Vorige Volgende