De nieuwe Amsteldamsche schouwburg(ca. 1775)–Anoniem De nieuwe Amsteldamsche schouwburg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Een Nieuw Oorlogs Vaarder Lied. DIe te luy is om te werken, Die gaat te bier als in de Kerken. Alle dagen in de wijn, Die alle dagen gaat Laveren In ieder huys te kaarte speelen, Die mag niet meer in Hollant zyn. Dat is genoeg aan ons gebleeken, Dat heeft geduurt ia vyf ses weeken, Dat ik by een mooy meysie kwam. In de mooye meysies kreeg ik behagen, Dat heeft geduurt heele nagte en dagen Dat myn gelletie ten eynde was. Myn goed was op ten lange lesten, Daar was in huys niet meer ten besten, ’t Was alles verteert in Bier en Wijn, Dan is ’t og Lacy en og Ermen. Hier baat geen klagen of geen kermen. Oost Indien zal myn voorlant zyn Doe bennen wy zoo heen gaan trede, Om te ontfangen mijn schulden reken, Met eden als soon edelman, Geweer dat blonk hier op ons, Die niet en luystert na zijn ouders, Die luystert na de trommelslag, De trommel sloeg mars wy moesten, Met reden als de Offecieren marchere, De hoogstraat heen het gemeen lantshuis, [pagina 18] [p. 18] Al na het styger. Wij treden als de schaapies wijder, De ligter leijt klaar wij moesten aan boort, En doen wij in de Ligter zaten, Doe hoorden wy wel anders praten De Stuurman die riep ons terstond De Brandewijn wierd ons geschonken, Doe wierd zy lustig uit gedronken, ’s Morgens een soopie dat is gezont. Wat baat nu dat weeldrig leven, Nu zullen wy ons tot stilstand begeven. Liever nou als voor altijd Adie dan vrinden en welbekende, De negen maandies zijn ten eynden, Soo maggen wij weer in Holland zyn. Vorige Volgende